Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 19 april jl. heeft de regering het Besluit experimenten stageplaatsen genomen, op grond waarvan het experiment met de zogeheten JOP stages (Jongeren Ontwikkelings- en ervaringsPlaatsen) uitgevoerd zal worden. De integrale tekst van dit besluit is op 3 mei jl. gepubliceerd in het Staatsblad (publicatienummer 218) en kunt u vinden op www.overheid.nl.Het doel van het experiment met de JOP Stages is het vergroten van de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt en het op peil houden van de opleiding en ervaring van deze jongeren. De JOP stages zijn een initiatief van de werkgeversorganisatie VNO-NCW in samenwerking met de Taskforce Jeugd- werkloosheid (opgericht ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid). Een dergelijk experiment is al eens succesvol uitgevoerd voor jongeren met een bijstandsuitkering.
De bedoeling is dat jongeren tot 23 jaar die een WW uitkering genieten, bij wijze van experiment stage lopen met behoud van die uitkering. Het experiment is niet bedoeld voor alle jongeren met een WW uitkering, zo vallen jongeren die werkloos zijn door werktijdverkorting buiten de doelgroep.Jongeren die onder deze maatregel vallen mogen maximaal twee keer per jaar gedurende drie maanden stage lopen zonder hun uitkering te verliezen, zij het dat de twee stages niet bij dezelfde werkgever gelopen mogen worden en de “stagiair” geen gewone arbeidsplaats mag bezetten. Voor de stage mag een vergoeding van € 450,- worden betaald, die niet verrekend zal worden met de uitkering.Overigens is de “stagiair” gedurende de stage niet vrijgesteld van de verplichtingen gericht op de werkhervatting en zal hij of zij zich dus ook gedurende de stageperiode voldoende moeten inzetten om een baan te krijgen.Het experiment duurt tot 1 juli 2007, waarna evaluatie zal volgen.
Quirine den Hollander is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.