Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op de valreep van Koninginnedag werd bekend gemaakt dat de schikkingspoging van de heer Duisenberg inzake de effectenlease producten tot een eerste resultaat heeft geleid. Dexia Bank Nederland enerzijds en de stichtingen Leaseverlies, Eegalease en Consumentenbond, met behulp van de Vereniging van Effectenbezitters, zijn tot een principe akkoord gekomen om de vele tienduizenden (verliesgevende) effectenlease producten van Dexia af te wikkelen.
De schikking houdt in dat een korting wordt gegeven van 2/3 op de eventuele restschuld aan het einde van de looptijd van de betreffende overeenkomst. Bezitters van een product waarvan de echtgenoot niet heeft meegetekend én waarbij de echtgenoot tijdig een beroep op nietigheid heeft gedaan, krijgen een korting van 100% op de restschuld. Eventuele positieve resultaten uit andere contracten bij Dexia, worden verrekend voordat de restschuld wordt berekend. Er is dus geen sprake van “wel de lusten, maar niet de lasten”, waarvoor Dexia vreesde. Verder is relevant dat het gaat om de restschuld aan het einde van de looptijd. De maandelijkse aflossingen moeten tot dat moment worden worden betaald. Indien bezitters van een effectenlease product de maandlasten niet kunnen betalen, kunnen zij misschien een beroep doen op de coulance-regeling, die wordt uitgebreid. Er zijn ook producten waar geen restschuld kan ontstaan, maar waar wellicht de maandlasten wel een probleem zijn voor de betrokkenen. Deze mensen kunnen wellicht de overeenkomst voortijdig afkopen, en als zij dat doen en er ontstaat toch een restschuld dan krijgen zij daarop een korting van 10%. Ten slotte krijgt iedereen die ooit het Dexia Aanbod aanvaardde, de mogelijkheid om de gehele restschuld ineens af te lossen met een korting van 1/3.
De bereikte schikking is nog niet definitief; het onderhandelingsresultaat moet nog worden voorgelegd aan de aangeslotenen van de diverse stichtingen. Pas als die in meerderheid instemmen met het resultaat, wordt de schikking definitief. Daarnaast geldt de schikking alleen voor Dexia; over de vele producten van andere aanbieders (zoals Fortis, Aegon) wordt niet gerept. Maar misschien krijgt deze schikking, die volgens de directeur van Dexia mede werd bereikt om een einde te maken aan “een maatschappelijk probleem”, navolging van andere aanbieders.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.