Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Procederen kost geld, en degene die verliest kost het vaak het meest omdat de verliezende partij proceskosten van de ander moet vergoeden. Zoals wellicht bekend gaat het daarbij niet om een vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte kosten, maar geldt er een forfaitair stelsel. Een dergelijk stelsel geldt pas sinds 2002 voor de kosten die tijdens een bezwaarprocedure worden gemaakt. Daarvoor kon men kiezen, ga ik de kosten via de civiele rechter of via de bestuursrechter verhalen, maar sinds de invoering van de Wet kosten bestuurlijke voorprocedure is ook deze kostenveroordeling voorbehouden aan de bestuursrechter.
De werking van deze wet is onlangs geëvalueerd, en wat blijkt; maar in 5-10% van de bezwaarschriften wordt om een vergoeding verzocht. Belanghebbenden die zonder beroepsmatige bijstand procederen, dus zonder advocaat of andere rechtshulpverlener, doen zelden een beroep op een vergoeding, onder meer als gevolg van onbekendheid met de regeling. Uiteindelijk wordt in 1-2 % een vergoeding van de kosten toegekend, en de daarbij toegekende vergoeding wordt over het algemeen niet als kostendekkend ervaren. Uit eerdere onderzoeken bleek dat de kosten van het inschakelen van een rechtshulpverlener zich wel terugbetalen, omdat daardoor de succeskans in bestuursrechtelijke procedures aanzienlijk wordt vergroot. Op dit moment worden er nog geen kosten vergoed indien het bezwaar is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Geheel in de trend om bestuursorganen te dwingen tot snellere besluitvorming, wordt in het evaluatie-onderzoek aanbevolen om de Wet kosten bestuurlijke voorprocedure ook in dat geval toe te passen. Tot besluit nog een tip; denk eraan tijdig om vergoeding te verzoeken, een verzoek dat te laat is, behoeft in beginsel niet meer te worden gehonoreerd.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.