Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De Minister van Economische Zaken heeft een voorstel tot wijziging van de Mededingingswet ingediend bij de Tweede Kamer.Deze wijziging zat er al enige tijd aan te komen, aangezien het Europese mededingingsrecht in de afgelopen jaren drastisch is veranderd, en het Nederlandse recht daarmee in de pas dient te lopen. De wijzigingen die de Minister nu heeft voorgesteld, betreffen dan ook met name aanpassingen aan het Europese recht.
Doel van de vernieuwde regels is het vergroten van de effectiviteit en doelmatigheid van de handhaving. Onder andere de bouwfraude-affaire heeft aangetoond, dat de NMa over meer instrumenten dient te beschikken om haar taak goed te kunnen vervullen. Nu ontbeert de NMa nog vaak de nodige tanden.
De Mededingingswet verandert hierdoor vooral op het gebied van de handhaving. Zo is de boete voor formele en materiële overtredingen opgekrikt van € 4.500 naar € 450.000. Verder moet het mogelijk worden om boetes op te leggen aan de personen die feitelijk opdracht hebben gegeven tot de overtreding, bijvoorbeeld de bestuurders. Hier zou de maximumboete eveneens € 450.000 bedragen. Eenzelfde boete wordt opgelegd bij het verbreken van door de NMa aangebrachte zegels – na haar doorzoeking van de onderneming.Wat niet in dit wetsvoorstel is opgenomen, is de mogelijkheid voor de NMa om woningen van bestuurders e.d. binnen te treden en te onderzoeken. Het blijkt dat belastende informatie nu meestal mee naar huis wordt genomen, omdat de NMa daar toch niet mag kijken. De Minister wenst dit in een afzonderlijke wetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet op te nemen, welke weldra zal volgen.Voorts zal de NMa aan ondernemingen die hun machtspositie misbruiken, structurele maatregelen kunnen opleggen in plaats van boetes of algehele verboden. Dergelijke structurele maatregelen kunnen bijvoorbeeld het afstoten van een bepaald bedrijfsonderdeel betreffen, zodat het misbruik ongedaan wordt gemaakt. Onder omstandigheden kan dit voordeliger uitkomen voor ondernemingen.
Inhoudelijk is er met name een wijziging op het gebied van Concentratietoezicht voorgesteld. Europeesrechtelijk is de toets ter beoordeling van concentraties (zoals fusies en overnames) gewijzigd, zodat ook het Nederlandse recht aangepast moet worden. Het materiële criterium zal zijn, of door de voorgenomen concentratie de mededinging significant wordt beperkt, onder andere door het creëeren van een machtspositie. Het huidige criterium legt de nadruk op de machtspositie, en minder op de invloed op de mededinging als zodanig, waardoor bepaalde concentraties – niet zijnde machtsposities- door de mazen van het net heenkomen.
Zoals gezegd, ligt het wetsvoorstel thans bij de Tweede Kamer. Onduidelijk is nog, wanneer het voorstel wet zal worden.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.