Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Op 13 maart 2005 verscheen een artikel in de Telegraaf over de hoge werkdruk van Rechters-commissaris en de handelswijze van een curator die te hoge declaraties had ingediend. Kamerlid De Wit (SP) stelde naar aanleiding hiervan Kamervragen.Een Rechter-commissaris heeft een werklast van ongeveer 500 faillissementen en 750 schuldsaneringen. De Wit vroeg zich af of een Rechter-commissaris zijn toezicht op curatoren nog wel goed kan uitvoeren met een dergelijke werkdruk.
Minister Donner vindt echter niet dat het toezicht op het functioneren van curatoren tekortschiet. Het voorval waarvan in het artikel van de Telegraaf van 13 maart 2005 melding wordt gemaakt, is reeds drie jaar geleden aan het licht gekomen. Daarnaast heeft de betreffende curator de ten onrechte gedeclareerde bedragen inmiddels terugbetaald. Donner stelt naar aanleiding van bij de Orde van Advocaten en de Vereniging van Insolventierecht Advocaten INSOLAD ingewonnen informatie dat nadien niet sprake is van een toename van klachten.
De invoering van de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen in 1998 en het opvangen van het groeiend aantal schuldsaneringen heeft veel inspanningen gevergd van de afdelingen insolventies bij de Rechtbanken. De grote aantallen zaken vergden een verschuiving van zaaksgerichte behandeling naar een meer systematische georganiseerde aanpak, ook bij faillissementen. Mede als gevolg hiervan heeft een werkgroep van rechters-commissaris in faillissementen (RECOFA) vernieuwde richtlijnen in faillissementen en surcéances vastgesteld die op 1 januari 2005 van kracht zijn geworden. Deze richtlijnen dienen ervoor te zorgen dat de transparantie van de activiteiten van de curator wordt vergroot. Zo moet de curator zijn werkzaamheden volgens de nieuwe richtlijnen verantwoorden door middel van een nieuw tijdregistratiesysteem waarbij de verrichte werkzaamheden in negen tijdschrijfgroepen moeten worden gespecificeerd. Daarnaast wordt landelijk een daarmee corresponderend modelverslag ingevoerd. Het is de bedoeling dat de effectiviteit van het toezicht door de Rechter-commissaris hiermee wordt bevorderd. Deze nieuwe richtlijnen zullen door RECOFA periodiek worden geëvalueerd. Donner ziet momenteel geen reden om verdergaande maatregelen te treffen.
Sander Schouten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.