Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een huisarts van 80 werd ermee geconfronteerd dat zorgverzekeraars geen contracten meer met hem wilden afsluiten, vanwege zijn leeftijd. De man, letterlijk van het oude stempel, behandelde de betreffende patienten vervolgens gratis. Wel vroeg hij de Commissie Gelijke Behandeling om een oordeel over het standpunt van de zorgverzekeraar. Hij stelde zich op het standpunt dat zijn kennis en kunde onweersproken aan alle daaraan te stellen eisen voldeden, en dat dit bovendien bevestigd werd door middel van controles etc. Hij zag dan ook niet in waarom hij zijn praktijk, die hij en zijn echtgenote als een gezamelijk levensdoel beschouwden, alleen maar omdat hij de 65 gepasseerd was neer zou moeten leggen.In de vrije beroepen is geen vaste pensioendatum geregeld in tegenstelling tot in gewone arbeidsrelaties waar men bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar veelal automatisch met pensioen gaat.
De CGB heeft nu geoordeeld dat het gemaakte onderscheid naar leeftijd bij huisartsen in strijd is met de WGBL (Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd bij de arbeid).Volgens de zorgverzekeraar lag de rechtvaardiging van het onderscheid op grond van leeftijd in de bewaking van de kwaliteit van de huisartsgeneeskundige zorg. Volgens de CGB waarborgt deze beroepsgroep de kwaliteit van de huisartsgeneeskundige zorg evenwel zelf reeds voldoende door een tweetal methoden (zie de tekst van de uitspraak) en is er dus geen objectieve reden voor het gemaakte onderscheid.De volledige tekst van de uitspraak is hier te lezen.
In het op het oog vergelijkbaar geval van een 70- jarige psychotherapeut liggen de zaken anders, zoals de CGB in haar tweede uitspraak heeft geoordeeld. Het in dat geval door een zorgverzekeraar gemaakte onderscheid naar leeftijd, door geen zorgovereenkomsten meer met de psychotherapeut af te sluiten, werd wél legitiem geacht, omdat deze beroepsgroep, anders dan de huisartsen, geen eigen kwaliteitsbewakingsysteem heeft. Er is dan geen alternatieve vorm van kwaliteitsbewaking voorhanden, zodat het door de zorgverzekeraar gemaakte onderscheid naar leeftijd passend is om de kwaliteit van de zorg te bewaken.De volledige tekst van deze uitspraak is hier te lezen.
Zolang er derhalve binnen een beroepsgroep voldoende waarborgen zijn voor de bewaking van de kwaliteit van de zorg, zal een zorgverzekeraar geen onderscheid naar leeftijd mogen maken bij het afsluiten van zorgovereenkomsten.De bejaarde huisarts mag doorpraktizeren tot zijn beroepsorganisatie vaststelt dat het niet meer gaat, de 10 jaar jongere therapeut zal zijn praktijk moeten neerleggen.
Quirine den Hollander is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.