Praktijkgebieden: Conflictoplossing
Op 21 januari 2005 is de EG Verordening “tot invoering van één Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen” tot stand gekomen. Deze Verordening treedt in werking op 21 oktober 2005. Naar aanleiding daarvan, heeft de Minister van Justitie een wetsvoorstel gepresenteerd ter uitvoering van de Verordening in Nederland.
De Verordening “beoogt de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen over niet-betwiste geldvorderingen te vereenvoudigen, binnen de EG”. Dit betekent dat schuldeisers toewijzende rechterlijke beslissingen snel en eenvoudig in een ander EU-land ten uitvoer kunnen leggen. Nu moet een schuldeiser, die een toewijzend vonnis heeft verkregen, nog eens apart toestemming vragen aan de rechter in het land waar het vonnis uitgevoerd zal worden. Deze rechter moet een zogenaamde executoriale titel aan het -voor hem buitenlandse- vonnis hangen. Dit is een aparte procedure. Straks kan de rechter die het vonnis heeft gewezen, al direct een executoriale titel verlenen die Europese gelding heeft, een zogenaamd EET. Met deze titel kan de schuldeiser de beslissing meteen in iedere lidstaat ten uitvoer leggen. Zo zal bijvoorbeeld een Franse beslissing in Nederland direct gelden, alsof het een Nederlandse beslissing is. De gang naar de Nederlandse rechter kan dan uitblijven.
Wel is deze procedure beperkt tot de “eenvoudige” gevallen; het (Europese) vonnis moet een onbetwiste geldvordering betreffen, voortvloeiende uit burgerlijke of handelszaken. “Onbetwist” kan betekenen dat de schuldenaar de geldvordering uitdrukkelijk heeft erkend. Ook is een vordering “onbetwist” als de schuldenaar niet in de procedure is verschenen of zich aan het oordeel van de rechter heeft gerefereerd (bijv. geen hoger beroep heeft ingesteld). Voorts zijn een aantal rechtsgebieden uitgezonderd, zoals belastingzaken, administratieve zaken en faillissement. Maar desalniettemin wordt het Europese rechtsverkeer er weer een stukje efficiënter op.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied conflictoplossing / Procesrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.