Praktijkgebieden: Mediarecht
Het wedden op sportuitslagen is een groeimarkt – zeker in de ogen van een totalisator in Engeland, die ziet dat op het continent nog lang niet iedereen eraan meedoet. Nu is er in Nederland een vergunning nodig voor het organiseren van “kansspelen”, waarbij onder meer als voorwaarde geldt dat de helft van de inleg is bestemd voor de prijzen, en de netto opbrengst moet naar goede doelen gaan. Geldt dat ook voor de Engelse totalisator die ons via zijn website laat meespelen? Daarover heeft onlangs de Hoge Raad geoordeeld.
Behalve het feit dat de Engelsman in Nederland niets “doet”, had hij het serieuze argument dat het “vrije verkeer van diensten” binnen Europa niet onnodig beperkt mag worden. Toch kreeg de Nederlandse Lotto gedaan dat de Engelsman zijn site voor toegang vanuit Nederland moet afsluiten. Het aanvaarden van inzetten vanuit Nederland staat gelijk met het aanbieden van een kansspel in Nederland, en technisch is het geen probleem dat te verhinderen, want de Verenigde Staten hadden al eerder zo'n specifieke blokkade afgedwongen.
Met het oog op het “vrije verkeer” had het Europese Hof eerder Italië op de vingers getikt, want daar leek het erop dat het staatsmonopolie op de sporttoto alleen diende om de Italiaanse staatskas te spekken. Dat is geen geldige reden om een monopolie in stand te houden. Volgens de Engelsman komt het Nederlandse beleid op hetzelfde neer, want 25% van het prijzengeld gaat naar de staat, als kansspelbelasting. En officieel is het beleid erop gericht het gokken te beperken, maar Nederland staat toe dat er royaal reclame gemaakt wordt, zowel voor bestaande als voor nieuwe gokmogelijkheden. Toch mag volgens onze Hoge Raad Nederland zijn vergunningenstelsel blijven hanteren, vooral om de goklust te “kanaliseren” en om fraude tegen te gaan. Het “vrije verkeer” wordt niet onnodig beperkt, want buitenlanders kunnen zo'n vergunning ook krijgen, als ze aan de voorwaarden voldoen.
Maar of in die voorwaarden ook mag worden opgenomen, dat die buitenlanders ons voortaan geen “tax-free betting” meer zullen aanbieden, staat nog te bezien. De belangen zijn groot genoeg voor een voortzetting van de strijd om de gunst van de gokker.
George Offerhaus is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied mediarecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.