Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Na diverse rapportages van expertgroepen, onderzoeken en overlegronden, is het nu dan toch zover gekomen. Minister Donner heeft deze week een voorontwerp van het nieuwe BV-recht gepresenteerd, met de bijbehorende toelichting. Deze voorontwerpen (dus nog altijd geen wetsvoorstellen) staan nu open voor consultatie. U en ik mogen onze op- en aanmerkingen aan het ministerie van Justitie doorgeven. Wel gaat het vooralsnog om 1/3 van het uiteindelijke wetsvoorstel. Wat minister Donner deze week heeft gepresenteerd, betreft de uitgangspunten van de nieuwe BV, de aandelen en de organen. In de loop van 2005 volgen nog twee tranches, met thema's als beslotenheid, geschillenregeling en kapitaalbescherming. Ook die onderwerpen zullen ter consultatie worden voorgelegd aan het publiek. Uiteindelijk worden de 3 tranches opgenomen in één wetsvoorstel dat ter advisering bij de Raad van State zal worden ingediend. En daarna gaat het wetsvoorstel naar de Tweede en Eerste Kamer.
Reden voor de wijziging van het huidige BV-recht, is het vergroten van de flexibiliteit. Volgens het Ministerie bevat de huidige wet belemmerende regels voor de kleinere ondernemingen. Zo zal een directeur-enig aandeelhouders straks niet langer verplicht zijn om met zichzelf een aandeelhoudersvergadering te beleggen, maar kan die vergadering ook achterwege blijven.
Maar de wetswijziging is niet alleen maar een Nederlands initiatief. Ook het Europees Hof van Justitie heeft hier een aandeel in. In 2003 heeft het Hof -kortweg- bepaald dat Nederland ook buitenlandse vennootschappen moet erkennen die zich hier willen vestigen. Aan hen mogen niet allerhande Nederlandse regels worden opgelegd. Dit brengt omgekeerd ook met zich mee dat ondernemers in Nederland kunnen kiezen voor de meest eenvoudige rechtsvorm (zoals een Britse Limited). Om deze concurrentie het hoofd te bieden, heeft de minister besloten dat de BV ook eenvoudiger moet worden. Zo is er minder dwingend, en meer regelend recht. En de aandeelhouders moeten de onderneming meer kunnen sturen, onder andere op grond van de statuten. Verder vervallen belemmerende regels, en worden administratieve lasten verlicht.Voor de volledige tekst en toelichting, wordt verwezen naar de website van het Ministerie van Justitie
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.