Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag een streep gezet door het bestemmingsplan Stationseiland. Dit bestemmingsplan vormt het kader voor de herinrichting van de omgeving rond het Centraal Station van Amsterdam. Wie daar onlangs is geweest weet uit ervaring dat de verbouwing van het station en de omgeving al volop gaande is. De bedoeling is dat aan de kant van het IJ een nieuw busstation wordt gebouwd met daaronder een nieuwe stationshal, daarnaast wordt ondermeer voorzien in een nieuwe autotunnel en een vernieuwing van het stationsplein.
Na rondes van inspraak wordt een bestemmingsplan door de gemeente voorgelegd aan Gedeputeerde Staten (GS) van een provincie. Die dienen het bestemmingsplan goed te keuren alvorens dit in werking treedt. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vandaag zoals gezegd geoordeeld dat GS het plan ten onrechte goedkeurden. De pijn zit hem vooral in de luchtkwaliteit en de geluidhinder binnen het gebied. Het Besluit luchtkwaliteit bepaalt kort gezegd dat gemeenten bij activiteiten die van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit, onder meer de grenswaarden voor stikstofdioxide en zwevende deeltjes in acht moeten nemen. Op basis van de huidige gegevens kan niet worden uitgesloten dat genoemde grenswaarden worden overschreden, zo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak. De gemeente Amsterdam zal wat dat betreft haar huiswerk nog eens moeten overdoen. Hetzelfde geldt voor de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet geluidhinder. De gemeente heeft ten onrechte geen akoestisch onderzoek laten opstellen waaruit blijkt of de geluidsbelasting van woningen al dan niet zal toenemen door de herinrichting.
Op basis van de genoemde tekortkomingen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak bepaald dat alsnog goedkeuring aan een deel van het bestemmingsplan Stationseiland wordt onthouden. Dit betekent dat de gemeente voor die delen een nieuw bestemmingsplan zal moeten vaststellen en ter goedkeuring aan GS zal moeten voorleggen. De mogelijkheid bestaat dat deze zaak daarna wederom aan de Afdeling bestuursrechtspraak wordt voorgelegd.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.