Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een eerdere bijdrage stipten wij al aan dat werknemers met een andere nationaliteit dan de Nederlandse niet zonder meer in Nederland aan de slag kunnen, ook niet als zij uit Europa afkomstig zijn. Voor werknemers afkomstig uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie (onder meer Tsjechië, Polen, Hongarije en Slovenië) alsmede voor werknemers afkomstig uit andere landen dan behorend tot de Europese Unie (of Noorwegen, IJsland of Liechtenstein) zal een werkgever namelijk een tewerkstellingsvergunning moeten aanvragen. Deze drempel is onder andere opgeworpen om te voorkomen dat de andere werknemers (waarvoor de vergunning niet is vereist) worden verdrongen van de Nederlandse arbeidsmarkt.
Een tewerkstellingsvergunning kan worden aangevraagd bij de Centrale organisatie voor Werk en Inkomen (CWI). De Arbeidsinspectie is belast met het toezicht, en heeft aangekondigd in 2005 meer te gaan controleren op illegale arbeid. In dat verband wordt samengewerkt met de Vreemdelingendienst, de Belastingdienst en het UWV. Gebleken is dat werkgevers die illegaal arbeid laten verrichten meestal geen belasting en sociale premies afdragen. Om de illegale arbeid tegen te gaan zal de Arbeidsinpectie hard optreden tegen werkgevers; sinds 1 januari 2005 worden er fikse boetes opgelegd (maximaal 8.000 euro per illegale werknemer). Getracht wordt hiervan ook een preventieve werking uit te laten gaan, in een persbericht wordt namelijk bekendgemaakt dat aan een bloemenhandelaar een boete van bijna 150.000 euro is opgelegd. Omdat het hier om een bestuursrechtelijke boete gaat, kan een werkgever bezwaar maken, vergelijk een eerdere bijdrage. Maar of daarmee ook de boete van tafel verdwijnt, blijft natuurlijk de vraag. Een gewaarschuwd mens (lees werkgever) telt voor twee.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.