Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een bijdrage van 4 november 2004 besprak Wikke Kootstra een arrest van de Hoge Raad van 8 oktober 2004. De Hoge Raad heeft in dat arrest geoordeeld dat de sanctie op het niet-naleven van controlevoorschriften door zieke werknemers loonkorting is. Ontslag op staande voet is in beginsel niet toegestaan. Het arrest laat, zoals in de bjdrage van 4 november 2004 al is beschreven, echter wel ruimte om aan te nemen dat een ontslag op staande voet wel degelijk mogelijk kan zijn onder aanvullende omstandigheden.
De Hoge Raad heeft enkele weken na genoemd arrest al de gelegenheid gekregen om zich hierover uit te spreken. In de uitspraak van 24 december 2004 ging om het volgende.
Een medewerker van een supermarkt was een aantal dagen niet meer op het werk verschenen. De medewerker had telefonisch toegezegd te komen, maar kwam niet opdagen. Hierna is het de supermarkt niet meer gelukt contact te krijgen met de medewerker. De supermarkt zond vervolgens een aangetekende brief naar het woonadres van de medewerker met het verzoek weer op het werk te verschijnen. Toen de medewerker nog steeds niet kwam, ontsloeg de supermarkt hem per brief op staande voet.Enkele maanden later riep de medewerker de nietigheid in van dit ontslag. Hij zou niet op het werk zijn verschenen omdat hij ziek was en de brieven niet hebben ontvangen omdat hij niet thuis, maar bij zijn ouders verbleef.
Volgens de Hoge Raad leveren de omstandigheden dat de medewerker niet is thuisgebleven (danwel niet heeft gemeld waar hij wel verbleef), zich niet heeft gehouden aan de afspraak om op het werk te verschijnen, niet heeft gereageerd op de brieven, verwijtbaar onbereikbaar bleef en zich onttrok aan elke controle, een dringende reden op voor ontslag op staande voet.
De Hoge Raad bevestigde wel nogmaals dat in beginsel niet-naleving van de controlevoorschriften met loonkorting dient te worden gesanctioneerd. Er kunnen echter, zoals hier, bijkomende omstandigheden bestaan, die ontslag op staande voet rechtvaardigen. De ontslagbescherming bij ziekte staat dan niet in de weg aan een ontslag op staande voet, zoals ook uitdrukkelijk in artikel 7:670b lid 1 BW staat.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.