Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Per dit jaar is de Leidraad Invordering van de Belastingdienst gewijzigd. Was het eerst zo dat een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag automatisch een verzoek om uitstel van betaling inhield, nu is dat niet meer het geval. Alleen als in het bezwaarschrift het bestreden bedrag en de berekening van het bedrag is vermeld, ziet de fiscus het nog wel als een verzoek om uitstel.Ook als de belastingplichtige bij de rechter beroep instelt tegen een uitspraak van de Inspecteur op het bezwaarschrift, of er wordt hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof (of cassatie bij de Hoge Raad), dan gelden de beroepschriften evenmin als een verzoek om uitstel van betaling. Daarvoor moet een afzonderlijk verzoek worden gedaan bij de Ontvanger van de Belastingdienst (dus niet bij de rechter in kwestie). Het bedrag van de belastingaanslag dat niet bestreden wordt, moet -uiteraard- wel tijdig voldaan worden.
Vanwege deze “loskoppeling” van bezwaarschrift en verzoek om uitstel van betaling, is er ook het een en ander gewijzigd in de procedures bij de Belastingdienst. Als u een verzoek om uitstel indient bij de Ontvanger, in verband met een op korte termijn in te dienen bezwaarschrift, dan zal de Ontvanger de Inspecteur inlichten en wordt het uitstelverzoek aangemerkt als een pro-forma bezwaarschrift. Iets van een koppeling blijft dus bestaan.Volgens de vernieuwde Leidraad zal de Ontvanger, ongeacht de hoogte van het bestreden bedrag maar wel onder het stellen van voorwaarden, gunstig beslissen op een verzoek om uitstel van betaling in verband met een tijdig ingediend bezwaarschrift. Omdat de toewijzende beslissing niet verder reikt dan het bestreden bedrag, moet in het verzoek het bestreden bedrag en de berekening vermeld worden. Ontbreken deze gegevens, dan krijgt de aanvrager nog hooguit 1 maand de tijd (vanaf de dagtekening van het verzoek) om de gegevens aan te vullen. In uitzonderingsgevallen, en na overleg met Ontvanger en Inspecteur, kan een langere termijn gegund worden. Wordt de verleende termijn echter ongebruikt gelaten, dan wordt het verzoek om uitstel van betaling afgewezen.Het is nu dus zaak om niet meer op de automatische piloot bezwaarschriften in te dienen, maar ook duidelijk te verwijzen naar een verzoek om uitstel.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.