Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het recht van werknemers om te staken bestaat al lang. Hoewel werkweigering een reden is voor ontslag op staande voet, is een staking als pressiemiddel geoorloofd. Het recht om te staken wordt gerekend tot de “sociale grondrechten”. Het recht om te staken lijkt in Nederland zo vanzelfsprekend dat weinig mensen weten dat het nergens wettelijk is vastgelegd. Het is wel erkend in de rechtspraak, die overigens aan dat recht ook wel grenzen stelt.
In het kader van de Raad van Europa (waarbinnen ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is opgesteld en overeengekomen) is in 1961 het Europees Sociaal Handvest opgesteld, een mensenrechtenverdrag voor het sociaal beleid binnen de lidstaten. Naast het EVRM wordt het Handvest beschouwd als het belangrijkste mensenrechtenverdrag. Het Handvest geeft onder meer regels op het gebied van onderwijs binnen arbeid. In het Handvest is ook het zogenaamde recht op collectief onderhandelen geregeld. Onderdeel hiervan is het recht om te staken. Het Handvest maakt daarbij geen onderscheid tussen werknemers en ambtenaren. Dit Handvest is in 1996 herzien.
Toen Nederland het oorspronkelijke Handvest bekrachtigde bestond de vrees dat het land ontwricht zou raken als overheidspersoneel zou kunnen staken en zich zodoende zou ontworstelen aan de greep van de regering; dat zou, zo vreesde men, leiden tot onaanvaardbare gevolgen. Nederland maakte daarom bij de bekrachtiging van het Handvest een uitzondering voor overheidspersoneel.De forensen die zich de laatste staking van het openbaar vervoer herinneren kunnen zich wellicht wel vinden in de angst van destijds van de regering. Die is zelf echter van die angst teruggekomen; de regering vindt dat het evenwicht tussen het recht om te staken enerzijds en de belangen van openbare veiligheid, orde, gezondheid en goede zeden anderzijds effectief door de rechtspraak wordt bewaakt (hoe de goede zeden zouden kunnen worden bedreigd door een staking ontgaat me op dit moment, maar dat terzijde).
Nederland heeft daarom recent het herziene Handvest bekrachtigd, en daarbij het algemene voorbehoud voor overheidspersoneel laten vallen. Wel heeft de regering een voorbehoud gemaakt voor militaire ambtenaren, vanwege hun bijzondere positie. Militairen mogen dus nog steeds, als enige groep, niet staken.Dat voorbehoud is tijdelijk, zo zegt de regering. De regering wil wel een recht op collectieve acties voor defensiepersoneel regelen, maar dan in een aparte wet. Het voorbehoud kan dan vervallen. Of die wet er komt is overigens afwachten – toen de regering een voorbehoud maakte voor al het overheidspersoneel zei het dat er een wet collectieve acties overheidspersoneel zou komen, en dat is nooit gebeurd. Ondertussen staakte het overheidspersoneel wel zo nu en dan, en inmiddels is er aan verdere regels op dat gebied kennelijk geen behoefte meer.
Of het voortdurende verbod op staking voor militairen een groot probleem is, is overigens de vraag. Militairen hebben in de loop der tijd een eigen stijl van actie voeren ontwikkeld met demonstratiebijeenkomsten en publiciteitscampagnes. Of ze veel behoefte hebben aan verdergaande rechten is de vraag – het is niet goed voorstelbaar dat een wet ze het recht zou geven te staken tijdens vredesmissies of in crisissituaties. Het lijkt dus op zijn minst twijfelachtig of die wet er ooit komt.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.