Praktijkgebieden: Huurrecht
Het Europese Hof van Justitie in Luxemburg heeft een verdere defintie gegeven van het begrip 'verhuur' in haar arrest van de Belgische Staat tegen Temco.
Wat was de casus. De Belgische vennootschap Temco, eigenaar van een pand, probeerde een situatie te creëeren zodat er geen sprake zou zijn van verhuur. Temco sloot contracten met drie aan haar verbonden vennootschappen. Tot wederopzegging en tegen betaling kregen de drie vennootschappen een niet exclusief gebruiksrecht op het hele pand. De 'huurprijs' werd berekend aan de hand van de gebruikte oppervlakte.Temco was van mening dat er geen sprake was van verhuur, omdat de gebruikers geen exclusief recht hadden op het pand. Zij konden niet met uitsluiting van de anderen het genot van het pand hebben. En omdat er geen sprake was van verhuur, maar van een andere ondernemingsactiviteit, was deze met BTW-belast. Deze BTW heeft Temco vervolgens in aftrek gebracht.De Belgische fiscus dacht hier anders over, en was van mening dat Temco het pand wel degelijk verhuurde. Temco kreeg vervolgens een naheffingsaanslag BTW opgelegd.Maar Temco weigerde te betalen, en de kwestie kwam onder de rechter.
Hierop heeft de Belgische rechter het Europese Hof gevraagd wanneer er nu sprake is van 'verhuur van onroerend goed'. Het Hof heeft het volgende criterium vastgesteld: als onroerend goed passief terbeschikking wordt gesteld tegen een vergoeding die verband houdt met het tijdsverloop (bijvoorbeeld een maandelijkse vergoeding), en niet als andere dienst gekwalificeerd kan worden, dan is er sprake van verhuur. Voor verhuur is verder niet noodzakelijk dat de duur van de verhuur is vastgelegd.
Het woord is nu weer aan de Belgische rechter. Deze moet aan de hand van dit criterium vaststellen of Temco het pand inderdaad heeft verhuurd. Het Hof heeft nog wel een handleiding gegeven aan deze rechter: er kan ook sprake zijn van verhuur als aan verschillende partijen tegelijk een gebruiksrecht op het gehele onroerend goed wordt toegekend, in plaats van op specifieke delen van het gebouw. Het gebruik van die partijen samen is dan exclusief tegenover alle anderen, die geen gebruiksrecht hebben.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.