Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Op 6 december 2004 bespraken de betrokken vaste kamercommissies de Nota Ruimte van het kabinet. Enkele Schiphol-gemeenten probeerden deze behandeling te voorkomen door een kort geding aan te spannen tegen de Staat. De Voorzieningenrechter in Den Haag heeft afgelopen vrijdag (3 december) deze poging geblokkeerd.De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmerliede, Spaarnwoude en Uthoorn vinden dat de Nota Ruimte hun te veel beperkingen oplegt door de nieuwe geluidscontouren voor Schiphol. Door deze nieuwe geluidscontouren mag er in bepaalde gebieden in de genoemde gemeenten geen woningbouw meer plaatsvinden. In de vorige plannen was een ruimere geluidscontour opgenomen en de betrokken gemeenten hadden nu juist nieuwbouwplannen ontwikkeld in deze gebieden. Deze nieuwbouwplannen kunnen nu niet doorgaan en de gemeenten willen de Nota Ruimte op dit punt tegenhouden.Het kabinet stelde de Nota Ruimte vast op 23 februari 2004. De Nota Ruimte is een samenvoeging van twee reeds bestaande Planologische Kern Beslissingen (PKB). Een PKB mag alleen worden vastgesteld nadat een uitgebreide overleg-procedure is gevoerd en nadat betrokkenen de mogelijkheid hebben gehad om hun zienswijze naar voren te brengen. De gemeenten zijn echter van mening dat de Nota Ruimte op het punt van de geluidscontouren zodanig afwijkt van de eerdere plannen, dat niet zonder nieuw overleg de nieuwe geluidscontouren mochten worden vastgesteld.De Voorzieningenrechter volgde de gemeenten niet. Voor de Voorzieningenrechter is redengevend dat de inspraakprocedures de bedoeling hebben om alle betrokken belangen in kaart te brengen en, niet in de minste plaats, om de Eerste en Tweede Kamer een duidelijk beeld van die belangen te schetsen. En dat nu, aldus de Voorziningenrechter, is in voldoende mate gebeurd. Er heeft immers wel degelijk bestuurlijk overleg plaatsgevonden voordat de Nota Ruimte werd vastgesteld en in dat overleg zijn ook de bouwbeperkingen rondom Schiphol aan de orde gekomen. Ook na 23 februari 2004 hebben de gemeenten nog gesproken met het kabinet, waarbij zij hun bezwaren tegen de Nota Ruimte kenbaar maakten. De Voozieningenrechter meent dat bij de Eerste en Tweede Kamer op basis van de thans vooliggende stukken voldoende inzicht kan bestaan in de (nieuwbouw)belangen die voor de Schiphol-gemeenten op het spel staan. Kortom: er hoeft geen nieuwe inspraakronde plaats te vinden op het punt van de geluidscontouren. Het woord is aan de Eerste en Tweede Kamer.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.