Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft gisteren haar nieuwe richtlijnen gepresenteerd voor de jaarverslaggeving vanaf 2005.De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige richtlijnen gelden voor de middelgrote ondernemingen. Deze ondernemingen hebben een omzet van tussen de (ruim) € 6 en € 250 miljoen en hebben 50 tot 250 werknemers. De RJ is van mening dat de huidige richtlijnen voor deze categorie ondernemingen te veel zijn gericht op beursgenoteerde vennootschappen. Daarom wordt de middelgrote ondernemingen vanaf 2005 een aantal vrijstellingen verleend. Deze vrijstellingen hebben met name betrekking op de presentatie en de toelichting van de jaarverslagen, en minder op de “inhoudelijke” kant van de jaarverslagen, zoals de waardering. Zo zijn de middelgrote ondernemingen straks vrijgesteld van het opstellen van een overzicht van het totaalresultaat van de rechtspersoon, hoeven bepaalde fiscale aspecten niet toegelicht te worden, en verandert de verslaglegging omtrent buitenlandse dochters.Daarnaast geldt er ook een verzwaring voor de middelgrote ondernemingen: per 2005 moet een kasstroomoverzicht worden opgenomen. Deze eis gold al voor de grote ondernemingen. Voor deze laatste categorie zijn een aantal kleinere wijzigingen geïntroduceerd.
De richtlijnen van de RJ gelden voor ondernemingen die hun jaarrekening niet conform de internationale verslaggevingsregels (IFRS) moeten of willen opstellen. De nieuwe richtlijnen zijn te bestellen via de website van de RJ. De RJ zal de komende maand de reacties op de ontwerpen inventariseren, om in 2005 de definitieve tekst vast te stellen. Voor de kleine ondernemingen zal de RJ op korte termijn specifieke richtlijnen publiceren.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.