Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Afgelopen vrijdag heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel van minister Zalm om de Europese prospectusrichtlijn te implementeren.De richtlijn introduceert een zogenaamd 'paspoortsysteem' voor prospecti die opgesteld worden voor de uitgifte van effecten. Is een prospectus eenmaal goedgekeurd in één Europese lidstaat, dan is de prospectus geldig in alle lidstaten.De richtlijn stelt bepaalde eisen aan de opstelling, goedkeuring en verspreiding van prospecti. Door middel van deze eisen tracht de EU de verschillende nationale regels te harmoniseren, en het zo eenvoudiger te maken voor bedrijven en beleggers. Hoofddoel van de richtlijn is uiteraard het beschermen van beleggers.
Een aantal punten uit de richtlijn. Ten eerste is er een algemene plicht om een prospectus op te stellen, indien effecten aan het publiek worden uitgegeven. Ten tweede moet een prospectus vooraf worden goedgekeurd door een toezichthouder, die zijn goedkeuring ook moet publiceren. Voor Nederland betekent dit dat de Autoriteit Financiële Markten de prospecti zal beoordelen, en niet langer de Euronext. Verder moet de prospectus alle informatie bevatten die een belegger nodig heeft om weloverwogen met de vennootschap in zee te gaan. Zo moet de financiële situatie van de vennootschap worden toegelicht. Tevens moet in de prospectus worden aangegeven wie verantwoordelijk is voor de informatie. En de informatie in de prospectus moet enigszins actueel zijn (geldigheid van 12 maanden) en regelmatig bijgehouden worden.Een aantal van de voorwaarden uit de richtlijn, zijn nu al opgenomen in de Wet toezicht effectenverkeer en Wet op het financieel toezicht. Het is dan ook de bedoeling dat het wetsvoorstel van minister Zalm uiteindelijk in deze wetten terechtkomt.
De EU heeft de eis gesteld dat de richtlijn op 1 juli 2005 geïmplementeerd moet zijn in de nationale wetgeving. Het wetsvoorstel van Minister Zalm gaat nu naar de Raad van State voor advies, en vervolgens naar de Tweede Kamer. Pas dan zal de wettekst ook openbaar worden. Vooralsnog moeten we het dus doen met de tekst van de Europese richtlijn.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.