Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Het verhalen van schade leidt meestal tot lange en kostbare procedures. Zo is het niet altijd eenvoudig om de aansprakelijkheid of de omvang van de schade vast te stellen.In opdracht van het Ministerie van Justitie heeft de Universiteit Tilburg onderzocht hoe schadeclaims beter en vooral goedkoper afgehandeld kunnen worden.De schatting van de onderzoekers is dat momenteel 50 eurocent aan kosten wordt gemaakt op iedere uitgekeerde euro aan schadevergoeding. Onder deze “transactiekosten” vallen niet alleen kosten van rechtshulp, deskundigen en rechterlijke macht, maar ook kosten van door partijen zelf bestede tijd aan claimafhandeling, en kosten van onzekerheid en emotionele belasting.In het rapport worden met name vijf opties aangedragen die de schadeafwikkeling zouden vereenvoudigen, gebaseerd op economische theorieëen.Zo wordt voorgesteld om moeilijk vast te stellen schade (zoals immateriële schade of toekomstige schade) te normeren. Dit houdt in dat voor dergelijke schadevormen gefixeerde bedragen vastgesteld worden, of marges waarbinnen de schade valt.Dan is er de optie om de procedures te normeren en standaardiseren, bijvoorbeeld door het instellen van tijdslimieten. Verder wordt geconcludeerd dat een verbeterde geschiloplossing een remedie kan zijn, waarbij de onderzoekers o.a. denken aan mediation. En door het vaststellen van risicoaansprakelijkheid of schuldaansprakelijkheid, kan de vraag wie aansprakelijk is sneller worden beantwoord.
Dit rapport levert legio suggesties om schadeprocedures te vereenvoudigen. Het is echter de vraag of dit rapport in deze vorm een toegevoegde waarde voor de (juridische) praktijk heeft. Zo bestaat er al mediation, maar in het merendeel van de gevallen kiezen partijen toch voor de rechter. Dit omdat de kwestie te complex of te principieel ligt. Verder kent het Nederlandse recht al de vorm van risicoaansprakelijkheid. Maar ook dit leidt er in de praktijk niet toe dat de procedure er eenvoudiger op wordt. Betwist wordt dan bijvoorbeeld dat er risicoaansprakelijkheid is, of dat er schade is.Het vereenvoudigen van schadeprocedures zal dan ook niet met louter theoretische of economische richtlijnen op te lossen zijn, maar behoeft tevens een praktische benadering. Wellicht geeft dit rapport daartoe de aanzet.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.