Praktijkgebieden:
Er wordt vaak gezegd dat de meerderheid van de Nederlandse wetgeving uit “Brussel” komt. Onze wetgever in Den Haag zou minstens 50% van de wetgeving overnemen van de Europese Unie, als het niet meer is.Maar sinds kort is er een nieuw percentage genoemd: slechts 16% van onze regelgeving zou uit Brussel komen. Nogal een verschil met het vorige percentage.De oorzaak van de grote verschillen, is de toepassing van verschillende rekenmethodes. De ene groep (die van het hoge percentage) kijkt naar Haagse regels die naar Brusselse wetten verwijzen. De andere groep heeft geteld vanaf Brussel: hoeveel regels werden daar opgesteld, en hoeveel daarvan werden in Den Haag omgezet in Nederlandse regels. Dus twee totaal verschillende uitgangspunten.
Om duidelijkheid te verkrijgen over wie nu gelijk heeft, en waarschijnlijk om “de burger dichter bij Europa te brengen”, heeft staatssecretaris Nicolaï zich in het debat gemengd. Hij heeft de Leidse jurist Voermans gevraagd om te onderzoeken wat nu het juiste percentage is.
Rinus van Schendelen, hoogleraar politicologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam (en auteur van onder meer “Machiavelli in Brussels”), vraagt zich echter af of het wel mogelijk is om het “verlossende getal” te vinden, omdat Europa en Den Haag zich in vele gedaantes voordoen. Want niet alle Brusselse regels worden eerst omgezet in Nederlandse wetgeving. Er is ook een groot gedeelte dat zogenaamde “rechtstreekse werking” heeft, en niet per se via Den Haag loopt. Dit geldt evengoed voor de uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Verder kan één Europese regel van invloed zijn op verschillende Nederlandse wetten. En tot slot is voor het publiek niet altijd duidelijk of iets een puur Brussele regel is, of dat Den Haag zelf een regel heeft opgesteld, geïnspireerd door Brussel.Volgens Van Schendelen blijft het getal dan ook een mythe. Voorlopig moeten we het doen met onze persoonlijke opvattingen over de vraag of de invloed van Brussel “te hoog” of “te laag” is. Dit houdt het debat in ieder geval levendig.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.