Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Hoe houden we iedereen aan het werk? Onder dat motto heeft het kabinet in de afgelopen periode verschillende plannen ontwikkeld, die overigens niet allemaal zonder kritiek zijn ontvangen door werkgevers en werknemers.Ook ten aanzien van zieke werknemers is het uitgangspunt -reïntegratie in het arbeidsproces- door middel van verschillende maatregelen steviger neergezet. Zowel werknemer als werkgever hebben meer taken en verantwoordelijkheden gekregen, gericht op verwezenlijking van reïntegratie. Indien blijkt dat de werknemer niet naar zijn eigen functie kan terugkeren, dan moet worden gekeken of er ander passend werk beschikbaar is, desnoods bij een andere werkgever.
Werkgevers worden via verschillende (financiële) maatregelen geprikkeld om hun reïntegratieverplichting ook daadwerkelijk serieus op te pakken. De verlenging van de wettelijke loondoorbetalingsverplichting van een naar twee jaar is daarvan een voorbeeld: werknemers die na 1 januari 2004 ziek worden, hebben simpel gezegd gedurende twee jaar recht op doorbetaling van 70% van hun loon. Verschillende CAO's en arbeidsovereenkomsten voorzien evenwel in een zogenoemde bovenwettelijke aanvulling, en bepalen dat de werkgever het eerste, maar soms ook het tweede ziektejaar het inkomen van de zieke werknemer zal aanvullen tot 100% van het loon.Om ook de werknemer (financieel) te prikkelen zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan, wil het kabinet paal en perk stellen aan de betaling van deze bovenwettelijke aanvullingen tijdens het tweede ziektejaar. Want, zo is de gedachte, als zieke werknemers hun inkomensniveau behouden, zijn zij minder gemotiveerd te werken aan hun herstel.Minister De Geus kondigde daarom een tweetal maatregelen aan, in de hoop dat werkgevers en werknemers het wel uit hun hoofd zullen laten af te spreken dat de werknemer gedurende zijn tweede ziektejaar meer dan 70% van zijn loon zal ontvangen. Zo kunnen werkgevers worden geconfronteerd met een forse verlenging van hun wettelijke loondoorbetalingsverplichting, terwijl werknemers een eventuele WAO-uitkering gekoppeld zien worden aan het minimumloon, in plaats van aan hun laatstverdiende loon.
Genoemde maatregelen, die al per 30 december 2004 in werking zouden moeten treden, zijn neergelegd in het wetsvoorstel 'Bovenwettelijke aanvullingen loondoorbetaling tweede ziektejaar', waarover de Raad van State afgelopen week heeft geadviseerd. Zowel het wetsvoorstel, als genoemd advies worden evenwel pas bekend gemaakt op het moment dat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Eerst dan zal meer duidelijkheid ontstaan over de inhoud van de aangekondigde maatregelen en de betekenis daarvan voor de praktijk.Volg voor meer informatie over loon tijdens ziekte: deze link
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.