Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Tegen Berlusconi “and others” lopen in Italië verschillende procedures wegens boekhoudfraude en vervalsing van jaarcijfers. Dit creatieve boekhouden zou voor 2002 hebben plaatsgevonden. Nu is toevalligerwijs in 2002 de wet die boekhoudfraude strafbaar stelt, gewijzigd. Indien er sprake is van het vervalsen van de jaarcijfers, die vervolgens netjes openbaar zijn gemaakt conform de wet, dan is het alleen nog onder bijzondere omstandigheden mogelijk om straffen op te leggen. Berlusconi c.s. zouden door deze gematigde nieuwe wet aan straf ontkomen.Maar blijkbaar willen de Italiaanse rechters hier geen genoegen mee nemen. Deze rechters hebben daarom aan het Europese Hof van Justitie een zogenaamde prejudiciële vraag gesteld: kan vervalsing van de boeken worden gelijksteld met het in het geheel niet opstellen van jaarrekeningen, en wat voor type straffen moeten op vervalsing staan?Het Hof beraadt zich nog op een uitspraak, maar de Advocaat-Generaal mevrouw Kokott heeft alvast haar mening gegeven. Volgens de AG staat volgens Europees recht het vervalsen van jaarcijfers wel degelijk gelijk aan het niet-publiceren van jaarcijfers. De belangen van derden worden immers, aldus de AG, in gelijke mate geschonden: in beide gevallen staan hen geen juiste cijfers ter beschikking. Op het publiceren van onjuiste cijfers dienen passende straffen te staan. Weliswaar heeft iedere lidstaat aanmerkelijke vrijheid bij het vaststellen van straffen, maar deze straffen moeten wel effectief, proportioneel en afschrikwekkend zijn. De straffen en de voorwaarden van de Italiaanse wet voldoen hier volgens de AG niet aan en zijn daarmee strijdig met het Europese Gemeenschapsrecht. De nationale (Italiaanse) rechter dient dan ook voorrang te geven aan het Europese recht, en het nationale recht buiten toepassing te laten. Mocht het Hof deze mening overnemen, dan zou dit een fikse teleurstelling voor Berlusconi zijn. Tevens illustreert deze kwestie dat een nationale wetgever niet zomaar nieuwe wetgeving kan bedenken: het moet wel in overeenstemming zijn met het Europese recht, op straffe van niet-toepassing van de nationale wet.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.