Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Onlangs is een team van 7 vermogensbeheerders vertrokken bij Kempen Capital Management, onderdeel van de zakenbank Kempen & Co NV. Tot het vertrokken team behoorde de statutair directeur van Kempen Capital Management NV en 6 bankiers. Nu zijn dergelijke transfers in de internationale wereld van vermogensbeheer niet ongebruikelijk, maar in de Nederlandse verhoudingen werd dit door sommigen wel als bijzonder ervaren.Het team van vermogensbeheerders is vervolgens een nieuw dienstverband aangegaan met NIB Capital, om aldaar vergelijkbare activiteiten te ontplooien. Voormalig werkgever Kempen kon zich kennelijk niet zondermeer hiermee verenigen. Zij vreesde dat de voormalige werknemers en directeur op oneerlijke en onrechtmatige wijze gaan concurreren met hun voormalig werkgever. Kempen spande een kort geding aan tegen de voormalige werknemers, waarin zij – kort gezegd – een verbod vorderde om op enigerlei wijze zaken te doen met cliënten van Kempen, dan wel cliënten van Kempen te benaderen.De Voorzieningenrechter in Amsterdam heeft deze vordering afgewezen in haar vonnis d.d. 30 september 2004. Hierbij achtte de Voorzieningenrechter onder andere van belang dat geen van de voormalig werknemers een concurrentie- of relatiebeding in zijn arbeidsovereenkomst had. Daaruit volgt dat het deze in beginsel vrij staat om Kempen concurrentie aan te doen. En (geoorloofde) concurrentie bestaat nu juist uit het (op rechtmatige wijze) pogen binnen te dringen in elkaars bedrijfsdebiet en het zich richten op dezelfde cliëntenkring. Dergelijke handelingen op zich maken concurrentie niet onrechtmatig.Hieraan voegt de Voorzieningenrechter wel toe dat onder bijzondere omstandigheden sprake kan zijn van onrechtmatig handelen. Bijvoorbeeld als een voormalig werknemer een duurzaam bedrijfsdebiet van zijn voormalig werkgever heeft helpen opbouwen en dit vervolgens stelselmatig en in substantiële mate afbreekt, daarbij gebruik makend van hulpmiddelen als know-how en goodwill die hij bij diezelfde voormalig werkgever ter beschikking heeft gekregen. Daarvan was echter geen sprake, aldus de Voorziengenrechter.De uitspraak lijkt in lijn met de geldende opvattingen van concurrentie tegen voormalige werkgevers. Eenieder heeft het recht om in vrijheid zijn arbeid te kiezen, ook als die arbeid concurreert met de voormalig werkgever. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen een inbreuk op dit principe rechtvaardigen. Overigens kan een concurrentiebeding wel degelijk de vrijheid inperken om concurrende werkzaamheden te verrichten na vertrek. Een concurrentiebeding is in principe geldig, maar er worden wel strenge eisen aan gesteld. Bijvoorbeeld zal een concurrentiebeding schriftelijk moeten worden aangegaan. Verder kan de rechter een concurrentiebeding vernietigen of beperken in tijdsduur, omvang of werkingsgebied, indien de belangen van de werknemer onbillijk worden benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de vertrokken werknemer feitelijk brodeloos wordt als gevolg van een te ruim geformuleerd concurrentiebeding. Een werknemer moet zich dus vooraf goed realiseren wat de gevolgen zijn van een concurrentiebeding in zijn nieuwe arbeidsovereenkomst. En werkgevers moeten er voor waken niet een te ruim concurrentiebeding op te nemen in hun (standaard) arbeidsovereenkomsten, aangezien het beding anders kan worden vernietigd door de rechter.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.