Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De ministerraad heeft naar aanleiding van een voorstel van minister Zalm van Financien ingestemd met de stroomlijning van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties ('MOT') en de Wet Identificatie bij Dienstverlening ('WID'). Het wetsvoorstel loopt vooruit op de overgang van een regel-gebaseerde benadering naar een meer risico-gebaseerde benadering. Uiteindelijk moet dit volgens een persbericht van de RVD van 10 september 2004 resulteren in een geringer aantal meldingen en dus lagere administratieve lasten, waardoor een betere follow-up van meldingen mogelijk wordt gemaakt.Het wetsvoorstel zal onder andere de volgende zaken regelen:– De toezichthouders op de MOT en de WID krijgen, voor zover niet sprake is van tuchtrecht, de bevoegdheid om boetes en dwangsommen op te leggen bij niet-naleving van de wet;– Meldende instellingen krijgen bericht als hun melding leidt tot strafrechtelijke vervolging en worden geinformeerd over de uitkomst daarvan;– Het meldpunt krijgt de bevoegdheid om in uitzonderingsgevallen de toezichthouders te informeren over het meldgedrag van een instelling;-Verwerking en analyse van meldingen zal worden toegespitst op enkele specifieke misdrijven, waaronder in elk geval witwassen en financiering van terrorisme;– De toezichthouders krijgen de bevoegdheid instellingen die hun verplichtingen onvoldoende naleven, aanwijzingen te geven over hun administratieve organisatie.
De manier waarop instellingen meldingen op basis van de MOT en de MID moeten doen en de wijze van de behandeling daarvan door de toezichthouders zullen daarmee gedetailleerder worden geregeld. Dit zal waarschijnlijk inhouden dat instellingen hun administratie (enigszins) zullen moeten aanpassen. Binnenkort zullen nog een aantal verbeteringen inzake opsporing, organisatie van de MOT, en aanwijzing Openbaar Ministerie worden voorgesteld.
Sander Schouten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.