Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Gisteren (14 september 2004) is de volgende stap gezet in het schaakspel rondom de Legiolease-kwestie. Op die dag troffen Dexia en Aegon elkaar bij de Rechtbank Amsterdam, in de procedure die Dexia heeft aangespannen tegen Aegon.Dexia heeft in 2000 Bank Labouchere overgenomen van Aegon voor een bedrag van ongeveer EUR 900 miljoen. Dexia stelt nu dat Aegon in 2000 al op de hoogte was van de mogelijke vloed aan rechtszaken en de schade die daaruit zou kunnen voortvloeien. Desondanks heeft Aegon Dexia daarvoor niet gewaarschuwd. Volgens Dexia heeft Aegon zelfs doelbewust informatie hierover achtergehouden bij het gebruikelijke boekenonderzoek (ook wel due diligence genoemd). Dexia stelde zich op het standpunt dat zij bij aankoop van een onjuiste veronderstelling was uitgegaan, hetgeen in juridische termen kwalificeert als dwaling. Uit krantenberichten blijkt dat Dexia nu vordert dat de koopovereenkomst wordt vernietigd vanwege misleiding, aangezien volgens Dexia Aegon bewust informatie heeft achtergehouden. Zo zou er een brief zijn van de huisjurist aan Aegon, waarin expliciet melding wordt gemaakt van de gevaren van collectieve rechtszaken.Zoals alle Legiolease kwesties, is ook de rechtszaak tussen Dexia en Aegon juridisch interessant. Wat wist Aegon en in hoeverre was zij verplicht voor dergelijke zaken expliciet te waarschuwen ? Wat wist Dexia of wat had zij kunnen weten bij een zorgvuldig boekenonderzoek ? Heeft Aegon wel alle relevante informatie ter beschikking gesteld om een goed boekenonderzoek te kunnen doen ? En is bij bepaling van de koopsom rekening gehouden met eventueel negatieve gevolgen van de Legiolease affaire ? Het zal allemaal moeten blijken en daaruit zal allicht nieuwe jurisprudentie ontstaan. Het gebeurt ook niet vaak dat dergelijke geschillen voor de openbare rechter worden uitgevochten.De wetenschap van Dexia over de te verwachten problemen wil ik hier nog kort bespreken. Kennelijk had Dexia om aanvullende garanties gevraagd met betrekking tot de rechtsgeldigheid van de Legiolease-transacties voordat de koopovereenkomst werd ondertekend. Daaruit wil Aegon afleiden dat Dexia wel degelijk op de hoogte was van mogelijke problemen, omdat anders niet om die aanvullende garanties was gevraagd. De gevraagde aanvullende garanties zijn geweigerd en desondanks heeft Dexia de koop doorgezet. Voorts heeft Aegon gevraagd om overhandiging van het due diligence-rapport, waaruit zou blijken dat Dexia wel degelijk zich al bewust was (of had kunnen zijn) van de dreigende onweerswolken boven Bank Labouchere. Dexia heeft echter geweigerd dit rapport te overhandigen, waaruit Aegon op haar beurt concudeert dat Dexia iets te verbergen heeft. Het kan dus niet worden uitgesloten dat Dexia (enigszins) op de hoogte was of in ieder geval onraad rook. Dit laatste bewijsrechtelijke punt wordt wellicht op korte termijn door de Rechtbank beslist. Een eindvonnis valt echter niet op korte termijn te verwachten.
Zie ook: aandelenlease vernietigd door echtgenoteOf: brochure winstverdriedubbelaar toch mis
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.