Praktijkgebieden: Bouwrecht
Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 24 augustus 2004 een lijst vastgesteld van bouwplannen waarvoor reeds op voorhand goedkeuring wordt verleend onder art. 19 lid 2 Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Feitelijk betekent dit dat bepaalde bouwplannen niet meer behoeven te worden getoetst op provinciaal niveau.De bedoeling van de regeling is dat een betrokken gemeente veel makkelijker een bouwplan kan goedkeuren, uiteraard voor zover het betrokken plan valt onder de gepubliceerde lijst. Gemeenten zouden meer vrijheid krijgen bij de vaststelling van bouwplannen. Volgens de provincie scheelt dit alles twee maanden voorbereidingstijd. Daarnaast zou een aanzienlijke vermindering van papieren rompslomp worden bereikt, hetgeen ook weer een financiële besparing zou opleveren.Aangenomen mag worden dat betrokkenen (aannemers, opdrachtgevers en gemeenten) de intentie van de Gedeputeerde Staten zullen toejuichen. Zonder een dergelijke lijst zou vrijwel steeds moeten worden teruggevallen op de zware procedure van art. 19 lid 1 WRO. Het valt echter nog maar te bezien in hoeverre daadwerkelijk tot een snellere besluitvorming omtrent bouwplannen kan worden gekomen. De gepubliceerde lijst van vrijgestelde gevallen geldt bijvoorbeeld niet als tegen een bouwplan bezwaar is ingediend of als het bouwplan betrekking heeft op een nieuw bestemmingsplan waartegen zienswijzen zijn ingediend. Het zou ons niet verbazen indien deze uitzonderingscategorieën uiteindelijk zo omvangrijk blijken, dat in de meeste gevallen toch een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten moet worden verkegen. Overigens hebben vrijwel alle provincies reeds lang vergelijkbare lijsten gepubliceerd, die echter niet alle zo uitgebreid zijn.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.