Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De rechtszaken rondom Legiolease en Dexia blijven voor opschudding zorgen. Zoals viel te verwachten, loopt er een veelheid aan rechtszaken over de Legiolease producten. Dat aantal zal niet afnemen door de recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waaruit onder andere bleek dat eventuele schade zal moeten worden bewezen in individuele rechtszaken (zie entry d.d. 9 juli 2004). Waar deze uitspraak in het algemeen werd gezien als een overwinnnig voor Dexia, heeft thans de rechtbank Arnhem in een tussenvonnis d.d. 14 juli 2004 de beleggers weer hoop gegeven.In de onderhavige casus vorderde Dexia betaling van een negatief saldo dat resteerde na afloop van de looptijd van de zogenaamde WinstVerDrieDubbelaar. Het belangrijkste verweer van mevrouw X tegen deze vordering was dat de WinstVerDrieDubbelaar valt onder het bereik van de Wet op het consumentenkrediet (Wck). Aangezien het product niet voldoet aan de eisen van de Wck, zou de WinstVerDrieDubbelaar nietig zijn. De Nederlandse toelichtingen op de Wck waren onduidelijk. In 1998 had de minister van financiën in een brief gezegd dat de belening van effecten niet onder de Wck vallen, terwijl in 2000 de minister aangaf dat het beleggen met geleend geld juist wel onder de Wck viel. De rechtbank Arnhem moest dit verder onderzoeken en zij greep – ambtshalve – naar de Europese Richtlijn 87/102/EEG d.d. 22 december 1986 die aan de Wck ten grondslag ligt. Volgens de rechtbank Arnhem blijkt uit die Richtlijn en de toelichting daarop dat bewust een ruime definitie is gekozen voor een 'consumentenkrediet'. Zij komt dan ook tot het voorlopige oordeel dat de WinstVerDrieDubbelaar onder de werking van de Wck valt. En als de Wck van toepassing is, kan niet worden uitgesloten dat de betreffende transactie nietig is.Omdat de gevolgen van dit voorlopige oordeel voor Dexia verstrekkend kunnen zijn, geeft de rechtbank echter aan Dexia de gelegenheid om te reageren voordat zij tot een definitief oordeel komt. Wordt vervolgd dus.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.