Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Zoals vele fabrikanten van (dure) merkproducten, proberen parfummakers hun geuren en merken te beschermen tegen namaak. Die strijd was echter tot nu toe op het gebied van bescherming van de geuren zelf weinig succesvol, mede omdat een geur op zich moeilijk kan worden aangemerkt als een oorspronkelijk werk dat auteursrechtelijke bescherming verdient. Het Gerechtshof Den Bosch heeft echter de fabrikanten in haar uitspraak van op 8 juni 2004 een forse steun in de rug gegeven. Het Gerechtshof oordeelde dat het parfum 'Trésor' van Lancôme een auteursrechtelijk beschermd werk is. Volgens het Gerechtshof is de reukstof in het flesje niet alleen zintuiglijk waarneembaar, maar ook voldoende concreet en stabiel om te kunnen worden beschouwd als 'een werk' in de zin van de Auteurswet (waardoor bescherming in beginsel mogelijk wordt). Voorts is de zeer specifieke combinatie van (kennelijk) 25 geurbestanddelen zodanig specifiek, dat van een oorspronkelijk werk kan worden gesproken (waarmee bescherming een feit is). Overigens kan de namakende producent nog cassatie instellen in welk geval de Hoge Raad zich nog zal uitlaten over de kwestie.Kortom: anderen dan Lancôme mogen het parfum 'Trésor' niet produceren en verspreiden. De namakende producent wordt dan ook veroordeeld om de productie en verspreiding te staken, op straffe van een dwangsom. Deze wordt eveneens veroordeeld tot schadevergoeding en afdracht van de winst die is gemaakt door de productie en verspreiding.Het is duidelijk dat de maatschappelijke en rechterlijke opvattingen over merken en auteursrechtelijk beschermde werken, aan het verschuiven zijn. Het Europese Gerechtshof heeft onlangs reeds uitgemaakt dat een melodie (für Elise) kan worden gedeponeerd als merk. Nu blijken er auteursrechten te rusten op een parfum. Is een auteursrecht op smaken en maaltijden de volgende stap?
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.