Praktijkgebieden: Mediarecht
Vanaf 16 juni 2025 vallen meer video-uploaders, zoals influencers, vloggers en content creators, onder toezicht van het Commissariaat voor de Media (CvdM). Op die datum treedt de Beleidsregel kwalificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2025 namelijk in de plaats van de versie uit 2022.
Video-uploaders plaatsen content op platforms als YouTube, TikTok en Instagram. Daarmee verdienen ze geld of ontvangen ze gratis producten of diensten. Tot nu toe vielen alleen accounts met minimaal 500.000 volgers onder toezicht. Die volgersdrempel gaat nu vervallen.
Wanneer val je onder actief toezicht, waarom worden de regels gewijzigd en wat zijn de gevolgen voor influencers?
Het Commissariaat is een onafhankelijke toezichthouder die toeziet op de naleving van de Mediawet. Sinds 2022 houdt het Commissariaat ook toezicht op influencers en andere video-uploaders.
Vanwege de grote invloed van uploaders en hun vaak jonge publiek, zijn er regels ter bescherming van consumenten, in het bijzonder minderjarigen. De belangrijkste regels zijn samengevat in drie uitgangspunten: wees helder over reclame, houd rekening met minderjarigen en maak kenbaar wie je bent (bijvoorbeeld door vermelding van contactgegevens in de zogeheten ‘bio’).
Het Commissariaat legde eerst de nadruk op voorlichting, maar kan bij overtredingen boetes opleggen. Deze kunnen oplopen tot €225.000. Op 18 juni 2024 werd een influencer voor het eerst beboet: deze TikTok-influencer kreeg een boete van € 6.075 voor het onvoldoende herkenbaar maken van reclame in geplaatste video’s (link).
Met behulp van een beslisboom konden uploaders nagaan of zij onder de kwalificatie commerciële mediadienst op aanvraag (volgens artikel 3.29a Mediawet) vielen, en daarmee onder actief toezicht. Dit was het geval als de uploader aan elk van de volgende voorwaarden voldeed:
Uploaders die aan al deze voorwaarden voldeden, moesten zich aanmelden bij het Commissariaat en jaarlijks toezichtkosten betalen van € 249,34.
In de nieuwe beleidsregel, die per 16 juni 2025 ingaat, staat opnieuw een beslisboom waarmee uploaders kunnen bepalen of zij onder actief toezicht vallen. De voorwaarden blijven grotendeels gelijk, alleen de drempel van 500.000 volgers vervalt. Hierdoor komt een bredere groep influencers onder toezicht te staan. Uploaders met minder dan 100.000 volgers zijn vrijgesteld van de meldplicht en toezichtkosten. Wie meerdere accounts van 100.000 volgers of meer beheert, hoeft zich over het algemeen slechts een keer aan te melden.
Sinds april 2024 kunnen influencers zich laten certificeren om aan te tonen dat zij op een juiste en verantwoorde manier reclame maken. Inmiddels zijn ruim 2.000 influencers gecertificeerd. Merken als Bol, Unilever en Heineken geven aan alleen nog te werken met gecertificeerde influencers en ook platforms als TikTok en Instagram ondersteunen het initiatief. Wie het certificaat behaalt, laat zien op de hoogte te zijn van de regels.
Influencermarketing wordt steeds strikter gereguleerd. Deze uitbreiding draagt bij aan meer transparantie, betere bescherming van jongeren en een gelijk speelveld voor grote en kleinere influencers.
Influencers doen er goed aan zich tijdig aan te passen aan de nieuwe regels, zoals registratie of het behalen van een certificaat. De praktijk laat zien dat het Commissariaat zich niet langer beperkt tot voorlichting, maar ook daadwerkelijk handhaaft.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.