icon

Faillissement in hoger beroep vernietigd omdat de aanvrager ná de faillissementszitting, maar vóór faillietverklaring werd voldaan.

Hoog spel. Door het oog van de naald. Met de hakken over de sloot. Dat zijn enkele gedachten na het lezen van het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 oktober 2024 (ECLI:NL:GHSHE:2024:3253). Het hof vernietigt de faillietverklaring, omdat de aanvrager weliswaar de faillissementszitting in eerste aanleg, maar vóór faillietverklaring werd voldaan.

Wat speelde er?

Een schuldeiser verzocht de rechtbank om zijn schuldenaar failliet te verklaren. De mondelinge behandeling van dit verzoek vond plaats op 1 oktober 2024 in de ochtend. Ná afloop van de zitting informeerde de advocaat van de schuldenaar de rechtbank per e-mail van 15.30 uur dat de schuldenaar inmiddels de in het verzoekschrift genoemde vordering volledig had voldaan en dat er geen vordering meer openstond.

De e-mail van de advocaat werd om 15.35 uur doorgestuurd naar de advocaat van de schuldeiser, met het verzoek om het faillissementsverzoek uiterlijk om 16.00 uur in te trekken. De rechtbank liet om 15.59 uur aan de advocaat van de schuldenaar weten dat zij geen kennis kon nemen van het bericht, aangezien de behandeling van het faillissementsverzoek al was gesloten.

De rechtbank heeft op 1 oktober 2024 om 16.22 uur de schuldenaar failliet verklaard met benoeming van een curator.

Kort daarna, om 16.26 uur, bevestigde de advocaat van de schuldeiser in een e-mail aan de rechtbank dat de schuldenaar de vordering reeds had voldaan. Hij verklaarde tevens, voor zover nog mogelijk, het verzoek tot faillietverklaring in te trekken. Dit bericht was echter gericht aan een onjuist e-mailadres, waarna de advocaat het correct geadresseerde bericht om 16.37 uur opnieuw verstuurde.

Recht op hoger beroep

De schuldenaar, die in staat van faillissement is verklaard, nadat hij op de aanvraag tot faillietverklaring is gehoord, heeft gedurende acht dagen, na de dag van de uitspraak, recht van hoger beroep (artikel 8 Fw).

De gefailleerde schuldenaar gaat in hoger beroep

De schuldenaar in deze zaak maakte gebruik van dit recht en voerde in hoger beroep aan dat de vordering van de schuldeiser op het moment van de faillietverklaring al volledig was voldaan. De betaling vond plaats op dezelfde dag, om 15.10 uur, vóórdat de rechtbank om 16.22 uur het faillissement uitsprak. Hierdoor was er ten tijde van de uitspraak geen sprake meer van een openstaande vordering. Gelet hierop moet het bestreden vonnis worden vernietigd, aldus de schuldenaar.

De curator heeft het hof medegedeeld dat het faillissement van de schuldenaar naar zijn mening moet worden vernietigd en verzocht om het salaris curator ex artikel 15 lid 3 Fw te bepalen op € 5.000,00 inclusief btw.

Het hof vernietigt de faillietverklaring

Het hof vernietigt de faillietverklaring. Daarvoor is het volgende redengevend. Het faillissement van de schuldenaar werd uitgesproken op 1 oktober 2024 om 16.22 uur. Beoordeeld moet worden of de schuldenaar de vordering van de schuldeiser op dát moment al volledig had betaald. Hierbij is bepalend het moment waarop de schuldeiser de (volledige) betaling van de vordering door de schuldenaar heeft ontvangen. De girale betaling wordt immers pas voltooid door de ontvangst daarvan (artikel 6:114 BW). Het hof meent dat voldoende vaststaat dat op het moment dat de rechtbank het faillissement van de schuldenaar uitsprak (1 oktober 2024 om 16.22 uur) de vordering van de aanvrager van het faillissement, de schuldeiser, al niet meer bestond. Hiermee was niet voldaan aan alle vereisten voor faillietverklaring, in het bijzonder niet aan de eis van het bestaan van een vordering bij de aanvrager ten tijde van de faillietverklaring.

Het hof vernietigt het faillissement en stelt het salaris curator vast op € 5.000,00 inclusief btw. Het salaris curator komt ten laste van de schuldenaar en de schuldenaar wordt veroordeel tot betaling van dit bedrag en de proceskosten, zoals is verzocht door de schuldenaar (en ook is afgesproken tussen partijen).

Tot slot

Bij de beoordeling van het hoger beroep dient het hof rekening te houden met alle op het moment van de uitspraak in hoger beroep bestaande feiten en omstandigheden, ook als deze op het moment van de faillietverklaring zelf nog niet bestonden. De toetsing is dus “ex nunc”.

Dit heeft tot gevolg dat, zelfs als de vordering van de aanvrager is voldaan, dit niet zonder meer betekent dat het faillissement in hoger beroep dient te worden vernietigd. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de vordering van de aanvrager de faillietverklaring is voldaan, maar dat er twee of meer andere vorderingen onbetaald zijn gebleven en er nog steeds sprake is van een faillissementstoestand ten tijde van het hoger beroep.

De onderhavige situatie wijkt af van die hierboven beschreven, omdat in dit geval de vordering van de aanvrager (weliswaar na de mondelinge behandeling, maar) vóór de faillietverklaring werd voldaan.

Het hof vernietigt het faillissement, maar liever laat je het niet zover komen. Betaling van de vordering van de aanvrager voorafgaand aan de mondelinge behandeling had ertoe geleid dat het faillissement niet zou zijn uitgesproken, waarmee tijd (nu heeft de onderneming twee weken in staat van faillissement verkeerd), geld (salaris curator, proceskosten, kosten eigen advocaat) en moeite zouden zijn bespaard.

Zie ook onze blog over de vernietiging van een faillissement na een akkoord met de schuldeisers en onze blog over de aansprakelijkheid van de aanvrager van een later vernietigd faillissement.

Wieringa Advocaten

Bent u of is uw onderneming failliet verklaard? Of wenst u juist uw vordering op uw schuldeiser te incasseren. Neem dan gerust contact met ons op. Onze specialisten faillissementsrecht zijn u graag van dienst!

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Faillissement in hoger beroep vernietigd omdat de aanvrager ná de faillissementszitting, maar vóór faillietverklaring werd voldaan.

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief