Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, Ondernemingsrecht
In deze bijdrage blikken we terug op een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 21 juni 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:5074). Ook al betreft het een wat oudere uitspraak, deze uitspraak is nog steeds relevant voor een schuldeiser die voornemens is om het faillissement aan te vragen van een schuldenaar, maar onbekend is met andere schuldeisers van de schuldenaar om een steunvordering te vinden voor de faillissementsaanvraag. Een steunvordering is vereist voor een succesvolle faillissementsaanvraag.
Kredietverstrekker Blokland Holding Rotterdam B.V. (“Blokland”) heeft een opeisbare vordering van om en nabij € 330.000 op Info Image Hard- en Software B.V. (“Info Image”) uit hoofde van een vonnis dat op 14 februari 2022 is gewezen door Rechtbank Den Haag. De vordering ziet op een in 2017 gesloten lening tussen partijen welke uiterlijk 31 december 2019 terugbetaald diende te zijn.
Ondanks het feit dat Blokland beslagmaatregelen heeft getroffen om betaling van de vordering af te dwingen, blijft deze onbetaald door Info Image. Daardoor is Blokland genoodzaakt om het faillissement van Info Image aan te vragen.
Voor het succesvol aanvragen van een faillissement is het nodig dat de aanvrager een steunvordering opvoert om zo aan te kunnen tonen dat meerdere schuldeisers onbetaald worden gelaten door de schuldenaar (dit heet ook wel het pluraliteitsvereiste). Om aan te tonen dat Info Image meer schuldeisers onbetaald laat, voert Blokland aan dat de belastingdienst, de bank en de leasemaatschappij nog gelden van Info Image te vorderen hebben.
Info Image betwist echter dat sprake is van pluraliteit van schuldeisers en weerlegt dat als volgt: de belastingdienst heeft een vordering op een andere entiteit, de leasemaatschappij is voldaan en op de vordering van de bank ad € 34.000 wordt maandelijks afgelost, aldus Info Image.
Blokland neemt geen genoegen met de weerlegging van Info Image en stelt dat in de jaarrekening 2020 van Info Image een langlopende schuld van meer dan € 300.000 aanwezig is. Bovendien is die jaarrekening pas op 30 april 2022 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel waardoor Info Image te laat is geweest te voldoen aan haar deponeringsverplichting.
De rechtbank oordeelt dat op grond van de vorderingen van Blokland en de bank sprake is van pluraliteit van schuldeisers en daarmee reeds is voldaan aan het pluraliteitsvereiste. De rechtbank baseert haar oordeel dat er meerdere schuldeisers zijn niet enkel op het bestaan van de voornoemde twee vorderingen, maar ook op de langlopende schuld die is opgenomen in de jaarrekening 2020 van Info Image. Tot slot oordeelt de rechtbank dat het verweer van Info Image dat zij niet bekend was met de langlopende schuld in de jaarrekening 2020, onvoldoende gemotiveerd is en passeert daarmee dat verweer. Op grond van het voornoemde verklaart de rechtbank Info Image failliet.
Ondanks dat al aan het pluraliteitvereiste was voldaan op grond van de vorderingen van Blokland en de bank, betrok de rechtbank ook de langlopende schuld in de jaarrekening 2020 in haar oordeel. Een jaarrekening op grond waarvan ten tijde van de faillissementsaanvraag in 2022 hoogstwaarschijnlijk niet met zekerheid kon worden vastgesteld wat die betekende voor de dan geldende financiële positie van Info Image. Het zou zo kunnen zijn geweest dat de betreffende schuld op dat moment al was afgelost door Info Image.
De onderhavige uitspraak van de Rechtbank Rotterdam betekent voor een schuldenaar dat zij er rekening mee moet houden dat als steunvordering voor de aanvraag van een faillissement, vorderingen (bv. een langlopende schuld zoals in het onderhavige geval) uit (oude) jaarrekeningen kunnen worden opgevoerd door de schuldeiser. Indien een schuldeiser een dergelijke vordering opvoert, zal de schuldenaar die vordering gemotiveerd moeten betwisten
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neemt u dan gerust contact met ons op. Wieringa Advocaten heeft ruime ervaring met het adviseren op het gebied van het insolventierecht. Wij zijn u graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.