Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Publieke middelen worden via subsidies grootschalig verdeeld. Er zijn steeds meer maatschappelijke ontwikkelingen die grote subsidiepotten met zich meebrengen. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie, in het kader waarvan omvangrijke verduurzamingssubsidies worden verstrekt, onderwijs/onderzoeks-subsidies of culturele subsidies. Subsidietitel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) regelt de verlening en vaststelling van subsidies, en alle overige procedurele en materiële regels hierbij. Het doel van deze titel is het bieden van een regeling voor subsidiëring van activiteiten en het waarborgen van een rechtmatige en doelmatige besteding van publieke middelen.
Subsidietitel 4.2 regelt de besluitvorming voor subsidies. Subsidies kunnen worden verleend door zogeheten a- of b-bestuursorganen, hierover schreven wij eerder een blog. Het bestuursorgaan dat de subsidie verleent, moet daarbij bovendien voldoen aan verschillende voorwaarden. Zo moet er een wettelijke grondslag zijn voor de subsidieverlening (soms bijvoorbeeld vastgesteld bij lokale subsidieverordeningen). Ook moet het de subsidieaanvraag beoordelen aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. Daarnaast moet het duidelijkheid bieden over de hoogte van de subsidie en de verplichtingen die verbonden zijn aan de subsidie. Na de verlening van de subsidie, volgt de vaststelling. Het bestuursorgaan stelt dan vast of de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd conform subsidiebesluit en de wet. Als dat het geval is, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat is verleend. Als dat niet het geval is, kan de subsidie worden teruggevorderd of lager worden vastgesteld.
Als de subsidieontvanger het niet eens is met de verlening of vaststelling van de subsidie (of met een buiten behandeling stelling van een subsidieaanvraag), kan hij bezwaar maken bij het bestuursorgaan dat heeft besloten op de aanvraag. Als het bestuursorgaan het bezwaar ongegrond verklaart, kan de subsidieontvanger in beroep gaan bij de bestuursrechter. De bestuursrechter toetst of het bestuursorgaan heeft voldaan aan de formele eisen van de subsidietitel 4.2 Awb en of de beslissing om de subsidie te verlenen of vast te stellen in overeenstemming is met de wet.
Als blijkt dat de subsidieontvanger subsidieverplichtingen niet is nagekomen, kan het bestuursorgaan besluiten tot terugvordering van de subsidie. Daarbij gelden ook voorwaarden, zoals het geven van een duidelijke motivering van het besluit tot terugvordering en het bieden van een mogelijkheid tot bezwaar en beroep.
Kortom, de subsidietitel 4.2 Awb is van groot belang voor de subsidiepraktijk. Door een uniforme regeling te bieden voor de subsidiëring van activiteiten, wordt de rechtmatige en doelmatige besteding van publieke middelen gewaarborgd. Het biedt daarnaast een duidelijk kader voor zowel het bestuursorgaan als de subsidieontvanger. Hierdoor weten allebei aan welke verplichtingen en eisen zij moeten voldoen. In alle fases van de beschreven processen in de subsidietitel (en meer) en voor alle vragen die daarbij opkomen, kunt u een beroep doen op onze deskundige bijstand.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.