Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Ondernemingsrecht, Ruimtelijke ordening, Vastgoed
Op 11 februari 2025 heeft het college van B&W ingestemd met het Horecabeleid 2025. Dit beleidskader introduceert nieuwe regelgeving rondom de indeling van de horeca, openingstijden en terrasvergunningen. Met deze aanpassingen wordt gestreefd naar een meer uniforme regelgeving voor horecaondernemers in Amsterdam. De komende tijd zullen wij dieper ingaan op specifieke onderwerpen die wijzigen door het Horecabeleid 2025. In deze blog lichten wij de belangrijkste wijzigingen uit het Horecabeleid 2025 op hoofdlijnen toe.
Op dit moment bepaalt ieder stadsdeel in het bestemmingsplan wat onder welke horecatypering valt. Dit heeft tot gevolg dat er tussen de stadsdelen verschillende definities van horecatyperingen worden gehanteerd. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zullen deze bestemmingsplannen worden vervangen door één omgevingsplan. Het Horecabeleid 2025 introduceert vier zwaartecategorieën horeca die in de gehele stad zullen gelden.
De zwaartecategorieën zijn gebaseerd op de activiteiten die daadwerkelijk worden uitgevoerd op de locatie. Het Horecabeleid 2025 identificeert 10 activiteiten die de indeling van de zwaartecategorieën bepalen. De gedachte hierachter is dat de activiteiten die uitgevoerd een bepaalde mate van impact op de omgeving hebben.
De nieuwe zwaartecategorieën zijn:
In principe geldt voor bestaande ondernemers dat de zwaarste activiteit die nu volgens het bestemmingsplan is toegestaan op de locatie, ook is toegestaan in het omgevingsplan. In deze blog gaan wij dieper in op de nieuwe horecacategorieën en de belangrijkste gevolgen voor ondernemers.
Uit het Horecabeleid 2025 volgt dat de openingstijden voortaan in het omgevingsplan geregeld worden en meewegen bij de ruimtelijke indeling van de stad. De openingstijden van horeca hebben immers ook invloed op de kwaliteit van de leefomgeving van bewoners. Lichtere horeca zal gepaard gaan met kortere openingstijden, zodat de invloed op de omgeving beperkt blijft. De maximale openingstijden zijn als volgt vastgesteld.
Opvallend is dat de reguliere horeca in het weekend een uur eerder zal moeten sluiten. Er wordt een overgangsperiode van twee jaar na inwerkingtreding van het aangepaste omgevingsplan gehanteerd.
De bepalingen uit de APV rondom de openingstijden zullen verdwijnen, hoewel het mogelijk blijft om in de APV openingstijden op specifieke locaties te beperken.1 Dit laatste is bijvoorbeeld het geval als op een locatie volgens het omgevingsplan weliswaar een bepaalde openingstijd aanvaardbaar is, maar dat deze op grond van de openbare orde, veiligheid en ruimtelijke ordening beperkt moet worden.
Voor horecalocaties blijft het mogelijk om een aantal keer per jaar ontheffing voor de sluitingstijd aan te vragen. Afhankelijk van de zwaartecategorie, is het ook mogelijk om een maatwerkontheffing aan te vragen. Daarnaast zullen op bepaalde bijzondere dagen ruimere openingstijden gelden, zoals tijdens Koningsnacht en Oud & Nieuw.
Op dit moment verschilt per stadsdeel hoe de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een terras wordt getoetst. Het Horecabeleid 2025 stelt voor dat één uniforme regeling voor de gehele stad zal gelden. Dit wordt vastgelegd in het omgevingsplan, met als gevolg dat de ruimtelijke toetsingscriteria van de APV verplaatsen naar het omgevingsplan.
Als een ondernemer voortaan een terras wil, zal hij verplicht zijn om een omgevingsplanvergunning aan te vragen. De toetsing bestaat uit een (i) ruimtelijke toets op hoofdlijnen en (ii) beoordeling van het concrete initiatief. Daarnaast zal het terrasbeleid van de verschillende stadsdelen op den duur vervangen worden door één stedelijke beleidsregel terrassen.
Overige opvallende wijzigingen die zijn opgenomen in het Horecabeleid 2025:
Het Horecabeleid 2025 is nog niet vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam. Naar verwachting zal dat begin maart gebeuren. Daarna volgt nog een termijn voor inspraak. Mogelijk volgen daaruit nog aanpassingen op het Horecabeleid 2025. Om de APV en het tijdelijke omgevingsplan aan te passen in lijn met het Horecabeleid 2025, zullen tot slot de definitieve wijzigingsvoorstellen door de gemeenteraad vastgesteld moeten worden. De gemeente verwacht dat de regelingen uiterlijk eind 2025 aangepast worden.
In de periode tussen 2026 tot en met 2032 zullen alle horecaondernemingen per gebied in de nieuwe zwaartecategorieën worden ingedeeld. Dit gaat gepaard met het vervangen van de bestemmingsplannen door het omgevingsplan.
De nieuwe terrasvergunning en openingstijden zullen gelden nadat de APV en het omgevingsplan in werking zijn getreden. Dit is naar verwachting begin 2026. Voor bestaande ondernemers waarbij door de nieuwe horecaregels andere openingstijden gaan gelden, geldt overgangsperiode van twee jaar na inwerkingtreding van de horecaregels in het omgevingsplan.
Naast bovengenoemde wijzigingen zullen er ook wijzigingen plaatsvinden met gevolgen voor de uitvoer van vergunningverlening, handhaving en toezicht. Bent u benieuwd wat de aankomende wijzigingen in het Amsterdamse Horecabeleid 2025 voor u gaan betekenen? Neem dan contact met ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.