Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Zelfevaluatie is een essentieel instrument dat het functioneren van het bestuur en de raad van commissarissen van een rechtspersoon kan beoordelen en verbeteren. Zelfevaluatie helpt bij het identificeren van kwaliteiten en aandachtspunten, en draagt bij aan de transparantie en verantwoording binnen een organisatie. Als onderdeel van de Serie Corporate Governance gaan wij in deze blog in op het belang, de methoden en de juridische kaders van de zelfevaluatie.
Zelfevaluatie creëert bewustzijn bij bestuurders en commissarissen van de verantwoordelijkheid voor hun eigen functioneren. Zelfevaluatie is haast cruciaal voor het waarborgen van goed bestuur en effectief toezicht binnen een organisatie. Voor het bestuur betekent dit dat zij haar eigen prestaties en die van individuele bestuurders kritisch tegen het licht houdt. Dit helpt bij het verbeteren van de besluitvorming, het versterken van de samenwerking en leidt tot een verhoogde efficiëntie van het functioneren. Hetzelfde geldt voor de raad van commissarissen. Voor commissarissen is zelfevaluatie tevens van belang om vast te stellen of zij hun toezichthoudende rol adequaat vervullen en voldoende onafhankelijk en kritisch (kunnen) opereren ten opzichte van het bestuur.
Een periodieke evaluatie zal niet alleen de kwaliteit van het functioneren van het bestuur en de raad van commissarissen bevorderen, maar ook bijdragen aan het nemen van de juiste keuzes bij de (her)benoeming van bestuurders en commissarissen. Er zijn verschillende methoden van zelfevaluatie. Een veel gebruikte en zeer geschikte methode is de evaluatie onder begeleiding van een externe deskundige. Niet alleen het functioneren van het gezamenlijke bestuur en de raad van commissarissen, maar ook het functioneren van de verschillende commissies en de individuele bestuurders en commissarissen staat centraal. Aandacht wordt besteed aan gedrag en cultuur, lessen uit de praktijk, de onderlinge interactie, de samenstelling en het gewenste profiel van het bestuur en de raad. Zo nodig volgen individuele gesprekken en feedbacksessies. Begeleiding door een externe deskundige draagt bij aan een objectieve evaluatie en de formulering van concrete verbeterpunten voor het functioneren in de praktijk.
Ondanks dat een algemene wettelijke verplichting tot zelfevaluatie ontbreekt, moet worden aangenomen dat de evaluatie onderdeel is van een goede governance. Voor beursgenoteerde ondernemingen en organisaties die opereren in een specifieke sector wordt zelfevaluatie voorgeschreven in de voor hun geldende Governance Codes. Daarnaast kunnen de statuten en interne reglementen van een rechtspersoon aanvullende eisen stellen aan de frequentie en de methode van zelfevaluatie.
Zelfevaluatie is een onmisbaar instrument voor het bestuur en de raad van commissarissen van een rechtspersoon. Het draagt bij aan de verbetering van het functioneren van de organisatie en zorgt naast transparantie en verantwoording ook voor bewustzijn van eigen verantwoordelijkheden bij bestuurders en commissarissen. Een periodieke zelfevaluatie leidt tot een verhoogde effectiviteit van het bestuur en de raad van commissarissen waardoor zij beter kunnen inspelen op de kansen en vraagstukken die zich voordoen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.