icon

Ophef rondom opheffing van het handhavingsmoratorium

Het handhavingsmoratorium in het kader van de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (Wet DBA) wordt per 1 januari 2025 opgeheven. Vanaf die datum gaat de Belastingdienst actief handhaven op schijnzelfstandigheid. Wanneer een ZZP’er toch een werknemer blijkt te zijn, kan dit leiden tot correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes. De verwachting is dat dit veel impact gaat hebben op de arbeidsmarkt. Momenteel is nog veel discussie op politiek niveau over de invulling van de handhaving. Wat speelt er precies?

Achtergrond

De Wet DBA werd in 2016 ingevoerd, waarbij het doel was schijnzelfstandigheid beter aan te pakken. Gedacht kan worden aan de situatie waarbij partijen op papier een ZZP-relatie aangaan, maar waarbij in praktijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dat zou ertoe kunnen leiden dat partijen achteraf alsnog premies moeten afdragen.

De invoering van deze wet veroorzaakte destijds veel discussie, ook omdat de regels met betrekking tot zelfstandigheid toen niet duidelijk genoeg waren. Het toenmalige kabinet heeft daarom in eerste instantie besloten om de handhaving op te schorten: het zogeheten handhavingsmoratorium. Dat eindigt dus per 1 januari 2025.

Drie lijnen

Het kabinet heeft in de Kamerbrief van 6 september 2024 aangekondigd dat het de balans op de arbeidsmarkt wil herstellen en dat dit moet gebeuren door op drie hoofdlijnen in te zetten:

  • Lijn 1: Het realiseren van een gelijker speelveld tussen contractvormen
  • Lijn 2: Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer of als zelfstandige
  • Lijn 3: Verbetering van de handhaving op schijnzelfstandigheid.

Het opheffen van het handhavingsmoratorium valt vanzelfsprekend onder hoofdlijn 3.

Ongelukkig moment?

Uit het woord opheffing zou kunnen worden afgeleid dat men strenger gaat handhaven. De vraag is of dat in de praktijk daadwerkelijk het geval gaat zijn. De Belastingdienst heeft momenteel 80 werknemers die zich bezighouden met de handhaving op schijnzelfstandigheid, duidelijk is inmiddels dat dat er voorlopig ook 80 blijven.

Ook op politiek niveau wordt veel gediscussieerd of de opheffing van het moratorium wel op een goed moment komt. Een argument dat daarvoor pleit is dat vernieuwde ZZP-wetgeving nog niet van kracht is. Zo is er nog veel onduidelijk rondom de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers en wordt er nog gewerkt aan de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden. Laatstgenoemde wet moet het eenvoudiger maken om te beoordelen of iemand als ZZP’er mag worden ingehuurd, door onder andere een maximaal uurtarief te introduceren en het gezagscriterium te verduidelijken.

Op 1 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarmee een zachte landing bij de opheffing van het moratorium wordt beoogd. Dat houdt vooralsnog in dat de Belastingdienst “volgens de normale regels” gaat handhaven, waarbij conform de stand van de huidige rechtspraak een holistische weging zal worden gehanteerd om arbeidsrelaties te beoordelen. Daarnaast zal niet verder dan 1 januari 2025 met terugwerkende kracht worden gehandhaafd en er zullen geen boetes worden opgelegd als bedrijven actief schijnzelfstandigheid aanpakken. In eerste instantie zal een waarschuwing de voorkeur hebben, tenzij sprake is van evidente kwaadwillendheid of wanneer een opdrachtgever al eerder is aangesproken.

Modelovereenkomsten

Op dit moment werkt de Belastingdienst met modelovereenkomsten. Het is mogelijk deze van de website van de Belastingdienst te downloaden, zodat partijen vooraf duidelijk kunnen vastleggen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Uit recente rechtspraak volgt echter dat deze “papieren werkelijkheid” niet per definitie leidend is, maar slechts een indicatie vormt voor de beantwoording van de daadwerkelijke kwalificatievraag. Een treffend voorbeeld is het Deliveroo-arrest uit maart 2023. Deliveroo maakte gebruik van modelovereenkomsten van opdracht van de Belastingdienst. Op basis van de feitelijke invulling in de praktijk, oordeelde de Hoge Raad echter dat de bezorgers van Deliveroo tóch werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst.

Mede daarom wordt gestopt met de modelovereenkomsten. Dat betekent overigens niet dat deze niet meer kunnen worden gebruikt. Om  te voorkomen dat een ZZP-overeenkomst op een later moment alsnog “van kleur verschiet” naar aan arbeidsovereenkomst is het dan van belang dat alle partijen wel handelen volgens de afspraken in de modelovereenkomst. Anders legt het enkele feit dat sprake is van een schriftelijke overeenkomst (te) weinig gewicht in de schaal.

Aanwijzingen voor de praktijk

Vanaf 1 januari 2025 wordt er actief gehandhaafd op schijnconstructies. Als opdrachtgevers nu gebruik maken van ZZP’ers is het daarom van belang om nu al kritisch te kijken naar de feitelijke invulling van de werkrelatie. Lijkt de samenwerking bij benadering toch teveel op een arbeidsovereenkomst? Dan loopt de opdrachtgever het risico dat hij op enig moment te maken krijgt met boetes of naheffingen. Om dat te voorkomen is het belangrijk dat nu al wordt beoordeeld of uw huidige ZZP’ers kunnen blijven werken als zelfstandige, of dienen te worden gekwalificeerd als werknemer.

Onze sectie arbeidsecht heeft veel ervaring met deze beoordeling en het goed inrichten van bijbehorende processen. Wilt u meer informatie of ondersteuning hierbij? Neemt u dan vooral contact op.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Ophef rondom opheffing van het handhavingsmoratorium

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief