icon

Behandeling van buiten de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift bij de Afdeling

In een recente blog is een uitspraak van de rechtbank Limburg behandeld waarin de vraag centraal stond of een burger kon worden verweten dat hij niet binnen een reguliere termijn van zes weken beroep had ingediend, ondanks dat hij op de hoogte was van het besluit. De rechtbank, niet in lijn met de vaste jurisprudentie, oordeelde dat ook in dat geval sprake kan zijn van een verschoonbare termijn. Recente uitspraken van de Afdeling geven weer dat ook de Afdeling niet meer zo strikt omgaat met deze termijn (ECLI:NL:RVS:2022:2030 en ECLI:NL:RVS:2022:1059).

Niet ontvankelijkheid achterwege – verschoonbare termijn

De Afdeling hanteert de regel dat indien een burger niet binnen de wettelijke termijn (in beginsel 6 weken) bezwaar of beroep instelt omdat hij dit door desinformatie niet kon weten, de burger dan alsnog de mogelijkheid heeft om bezwaar of beroep in te stellen. Dit moet dan zo spoedig mogelijk gebeuren nadat de burger bekend is geraakt met het besluit. Dit betekent volgens vaste jurisprudentie een periode van maximaal twee weken na bekendwording met het besluit. Deze uitzondering geldt in beginsel alleen voor burgers die niet bekend waren met het besluit. Recente jurisprudentie laat echter zien dat dit ook het geval kan zijn indien de burger wel bekend was met het besluit.

Wel op de hoogte kunnen zijn – toch verschoonbare termijn

De Afdeling laat in haar uitspraak (ECLI:NL:RVS:2022:2030) blijken dat ook de Afdeling oog heeft voor persoonlijke omstandigheden van burgers in het geval van niet binnen de wettelijke termijn bezwaar instellen ondanks dat de burger wel op de hoogte kon zijn van het besluit. In deze uitspraak is een mevrouw in een depressie geraakt en is lange tijd, bijna een jaar, niet in haar huis geweest. Al deze tijd heeft zij de inhoud van haar brievenbus niet geleegd, en heeft zij een besluit van de burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag gemist. Dit besluit betrof het verkeerd aanbieden van huisvuil in de vorm van een poststuk. Dit poststuk was een bos bloemen, door haar buren in ontvangst genomen tijdens haar afwezigheid en daarna door de buren bij het vuil gezet. Nadat mevrouw na geruime tijd kennis heeft genomen van het besluit, heeft zij bezwaar gemaakt hiertegen. Dit was zeven maanden te laat.

De Afdeling volstaat in haar uitspraak met de overweging dat uit de in verzet ingediende stukken en de toelichting ter zitting blijkt dat geen sprake is van een situatie waarin duidelijk is dat het bezwaar verwijtbaar te laat is ingediend. Hoewel de Afdeling, anders dan de in de eerdere blog besproken uitspraak van de rechtbank Limburg, niet ingaat op de omstandigheden waarom er geen sprake is van verwijtbaar te laat indienen, moet uit deze uitspraak worden afgeleid dat dit met de persoonlijk omstandigheden van mevrouw te maken heeft. Andere omstandigheden worden namelijk niet aangehaald.

In een uitspraak van 1 juli 2022 ging de Afdeling nog verder en werd zelfs rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de advocaat van een aanvrager van drie omgevingsvergunningen welke buiten behandeling zijn gesteld (ECLI:NL:RVS:2022:1059). De advocaat is vanwege persoonlijke omstandigheden te laat geweest met het indienen van de gronden van hoger beroep. Deze persoonlijke omstandigheden betroffen een aanzienlijke verslechtering van de gezondheidssituatie van een familielid en uiteindelijk het overlijden, het zich bevinden in quarantaine vanwege COVID-19, het op vakantie zijn van de waarnemer van de advocaat en het ziek zijn van de secretaresse van de advocaat. Volgens de Afdeling is er sprake van een bijzonder samenstel van uitzonderlijke omstandigheden waardoor is geoordeeld dat de advocaat niet in verzuim is geweest door de gronden van het hoger beroep later in te dienen.

Conclusie

Hoewel het dus mogelijk kan zijn om af te wijken van harde termijnen met betrekking tot het indienen van bezwaar of beroep ondanks bekendheid met het besluit blijft het verstandig om de termijnen goed in de gaten te houden. In de zaken van de Afdeling en de rechtbank Limburg is wel van belang dat er geen sprake is van belangen van derden. De afwezigheid van belangen van derden is daarmee een belangrijke omstandigheid, die kan leiden tot het toepassen van een menselijke maat bij het te laat instellen van bezwaar of beroep indien er bijzondere persoonlijke omstandigheden spelen.


Esmee Wolters is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Behandeling van buiten de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift bij de Afdeling

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief