Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
We schreven al een paar keer over het voorstel van Minister De Geus om het voor mensen die een WW-uitkering ontvangen makkelijker te maken met behoud van die uitkering een eigen bedrijf te beginnen. Het is de bedoeling dat een WW-gerechtigde maximaal zes maanden de tijd krijgt een eigen bedrijf te voeren, met behoud van die uitkering en met vrijstelling van de sollicitatieplicht. De levensvatbaarheid van het bedrijf moet dus binnen die zes maanden aangetoond worden. Het bedrijfsplan wordt vooraf beoordeeld door het UWV en de starter moet ook toestemming van het UWV krijgen het bedrijf op te zetten wil de uitkering behouden blijven. Eventuele inkomsten die gegenereerd worden vanuit het bedrijf worden voor 70 % verrekend met de ontvangen uitkering.
Als het bedrijf uiteindelijk niet levensvatbaar blijkt te zijn, kan de WW-gerechtigde bovendien gedurende een “herlevingstermijn” van anderhalf tot maximaal drie jaar terugvallen op de WW. Meer over het voorstel kunt u lezen in onze eerdere bijdragen van 7 oktober en 4 augustus 2005.
Het voorstel is uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB), waarmee de ministerraad inmiddels heeft ingestemd. De ontwerp AMVB is voor advies aan de Raad van State gestuurd. Er wordt beoogd de AMVB met ingang van 1 juli 2006 in te laten gaan, maar Minister De Geus heeft nu naar aanleiding van kamervragen te kennen gegeven dat het UWV vanaf 19 april j.l. al aanvragen van startende ondernemers in behandeling mag nemen. De WW-gerechtigde die naar het oordeel van het UWV voldoet aan de voorwaarden van het voorstel, kan dus vanaf 19 april j.l. met gebruik van de beoogde nieuwe regeling als zelfstandige een bedrijf starten. Goed nieuws dus voor de WW-gerechtigde die graag als zelfstandige aan de slag wil.
Quirine den Hollander is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.