Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Al eerder schreven wij weblogs over de maatschappelijke onderneming. In juli 2007 schreven wij dat een consultatieronde zou worden gehouden tot 1 oktober 2007, waarbij de verschillende instanties reacties op het conceptwetsvoorstel bij de Minister van Justitie konden indienen.
Na deze intensieve consultatie heeft de ministerraad in december 2008 ingestemd met het conceptwetsvoorstel. Daarna is het met memorie van toelichting naar de Raad van State gestuurd voor advies. Op 18 maart 2009 heeft de Raad advies uitgebracht en de algemene tendens daarin is, zoals in de literatuur ook was betoogd, dat het wetsvoorstel weinig nieuws brengt ten opzichte van de bestaande rechtsvormen, zoals de stichting en de vereniging, in het Burgerlijk Wetboek.
Tot groot ongenoegen van de Raad van State blijkt dat deze rechtsvorm “maatschappelijke onderneming” niet meer biedt vanuit het oogpunt van herkenbaarheid van de maatschappelijke onderneming als zodanig en de wettelijke waarborgen (intern toezicht, medezeggenschap, etc.) dan al is geregeld in de bestaande wetten. De meeste organisaties hebben immers op grond van de wet al verplichte raden van toezicht en medezeggenschap, zoals cliëntenraden, medezeggenschapsraden en deelnemersraden. De doelstelling met betrekking tot het terugtreden van de overheid wordt volgens de Raad in de memorie van toelichting niet duidelijk toegelicht. Alleen is duidelijk dat de overheid toezicht blijft houden op de kwaliteit van de geboden diensten en op de besteding van de door hen verstrekte middelen. Verder stipt de Raad aan dat de toelichting inderdaad terecht stelt dat overheidsbeleid en publiekrechtelijke regelgeving zou moeten veranderen om de externe controle van de overheid en de administratieve lasten te verminderen. Dit kan niet slechts door de introductie van een nieuwe rechtsvorm worden opgelost.
De minister meent in een brief van 29 juni 2009 dat de structuur van de rechtsvorm juist herkenbaarheid geeft aan de maatschappelijke onderneming en de wijze waarop ondernemingsbeslissingen worden genomen. Namelijk dat deze beslissingen zijn onderworpen aan goedkeuring van een raad van toezicht, dat er overleg over de koers van de onderneming wordt gevoerd en verantwoording wordt afgelegd aan belanghebbendenvertegenwoordiging en in bepaalde gevallen de mogelijkheid van winstuitkering mogelijk is. Wat betreft het terugtreden van de overheid stelt de minister dat het wetsvoorstel slecht de basis legt voor beoogde veranderingen, maar deze niet zelf teweeg kan brengen. Afhankelijk van de vraag of de maatschappelijke onderneming verplicht of facultatief wordt gesteld door de desbetreffende ministers van de verschillende sectoren, kan de sectorwetgeving eventueel worden aangepast door het schrappen van bepaalde governanceregels.
In elk geval heeft de minister volgens de brief op advies van de Raad van State diverse punten van het voorstel meer gemotiveerd en onderdelen verduidelijkt. De memorie van toelichting is op diverse punten herzien en aangevuld. Overigens constateert de minister dat de onderdelen van het wetsvoorstel volgens de Raad van State in elk geval niet in strijd zijn met het recht of juridische problemen zouden kunnen opwerpen. Op 6 juli 2009 heeft de Minister van Justitie het verder aangepaste wetsvoorstel met memorie van toelichting naar de Tweede Kamer gestuurd.
Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
Stephanie Mekking is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.