icon

Ontwikkelingen omtrent de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Vorig jaar schreven wij al over het ‘on hold’ zetten van de voorbereiding van de Wet Kwaliteitsvorging voor het bouwen. Recentelijk presenteerde de Onderzoeksraad voor de Veiligheid haar rapportage inzake het bouwen aan constructieve veiligheid, waarbij onderzoek werd gedaan naar de instorting van parkeergebouw Eindhoven Airport. In het rapport werd niet nagelaten tevens een licht te laten schijnen op de beoogde Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Op dit moment is er nog niet voldoende steun voor de omstreden wetswijziging, waarbij met name de private borgers van kwaliteit een grote zorg zijn. De rapportage van de Onderzoeksraad kwam voor de minister dan ook op een slecht moment, nu zij streeft goedkeuring te verkrijgen voor dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer.

Grote wijziging in het wetsvoorstel Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is dat het primaat van het bouwtoezicht in principe niet meer bij de gemeente ligt, maar bij het private bouwtoezicht. De Onderzoeksraad geeft in haar aanbevelingen aan dat vanuit het publieke belang de overheid in beginsel toezicht houdt op de veiligheid in de bouw. De Onderzoeksraad stelt verder dat de vele veiligheidsincidenten en het feit dat de bouwsector hier te weinig lering trekt, aantonen dat de sector niet zonder publiek toezicht kan. Echter, met het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen beoogt de minister als gezegd juist een nieuw stelsel van kwaliteitsborging te introduceren, waarin de verantwoordelijkheid komt te liggen bij de bouwsector zelf en de waarbij de rol van overheidstoezicht wordt verminderd. Het wetsvoorstel zal leiden tot het wegvallen van de publieke vangnetfunctie als het aankomt op bouwtoezicht. Op basis van haar bevindingen doet de Onderzoeksraad een reeks aanbevelingen hoe de veiligheid in de bouwwereld kan verbeteren, maar lijkt van vertrouwen in een succesvolle oplossing door de komst van de nieuwe wet, weinig sprake te zijn.

De minister tracht vervolgens in een reactie op het onderzoeksrapport, de schade te beperken voor het toch al complexe wetsvoorstel. Volgens de minister introduceert het wetsvoorstel, naast de rol voor het bevoegd gezag, een rol voor een onafhankelijke en professionele kwaliteitsborger, die erop toeziet dat de bouwwerkzaamheden zo worden uitgevoerd dat het gerechtvaardigd vertrouwen ontstaat dat het resultaat voldoet aan de voorschriften. De gemeente blijft bevoegd gezag en blijft wettelijk belast met het toezicht op de naleving van de bouwvoorschriften. Daarvoor wordt in het wetsvoorstel de informatiepositie van de gemeente versterkt.

Waar een deel van de verantwoordelijkheid voor bouwtoezicht door dit wetsvoorstel wordt verplaatst naar de private sector en de overheidsrol wordt teruggebracht tot een, weliswaar goed geïnformeerde, controlerende instantie, rijst de vraag op welke wijze de aansprakelijkheid bij incidenten zich zal manifesteren. Het wetsvoorstel verplaatst een deel van de aansprakelijkheid naar de aannemer, waarbij de aannemer niet langer enkel aansprakelijk is voor verborgen gebreken, maar voor alle gebreken die hem zijn toe te rekenen. Over de wijziging die het wetsvoorstel aanbrengt in de verantwoordelijkheid voor de bouwende partij schreven wij eerder een blog.

Zowel gemeenten als bouwende partijen zullen met de komst van dit wetsvoorstel bedacht moeten zijn op hun veranderende rol als het aankomt op toezicht, verantwoordelijkheden en de daaruit volgende aansprakelijkheid bij incidenten.


Franko Zivkovic – Laurenta is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Ontwikkelingen omtrent de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief