icon

Dierenpolitie in actie

De landelijke campagne “144 red een dier” is u vast niet ontgaan. Sinds eind vorig jaar hebben we in Nederland onze eigen “animal cops”. De eerste dierenpolitieagenten zijn in december 2011 afgestudeerd en sindsdien actief bezig met het opsporen van dierenleed.

De dierenpolitie treedt onder meer op tegen mishandeling en verwaarlozing van dieren, welke gedragingen op grond van de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren strafbaar zijn gesteld. Constateert een agent de mishandeling of verwaarlozing van een dier, dan zal hij als eerst het dier willen beschermen. De vraag is of de politie daartoe voldoende geëquipeerd is.

De dierenpolitie treedt strafrechtelijk op. Ten einde het noodlijdende dier te beschermen, zal de agent het dier op grond van artikel 94 Strafvordering in beslag nemen. De belangrijkste wettelijke grond hiervoor is waarheidsvinding. De inbeslagname is daarmee primair gesteld in het belang van het strafrechtelijk onderzoek en strafvervolging van de dader. Als er in het belang van de strafvordering geen noodzaak meer is voor de inbeslagname, dan dient het dier te worden teruggeven. De bevoegdheid van de dierenpolitie tot inbeslagname is dus niet in het belang van de bescherming van het dier gesteld.

De bescherming van het dier staat eerder voorop bij de bestuursrechtelijke handhaving. Het is echter niet de dierenpolitie, maar de Minister die bevoegd is om bestuursrechtelijk handhavend op te treden (artikel 106 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren). De Minister, of in voorkomend geval de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit en bij huisdieren de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, kan ter beëindiging van dierenmishandeling of verwaarlozing een last onder bestuursdwang opleggen. De Minister zorgt er dan feitelijk zelf voor dat de mishandeling of verwaarlozing wordt gestopt door het dier mee te voeren en elders onder te brengen. De bestuursrechtelijke inbeslagname is dus niet gericht op waarheidsvinding en strafvervolging, maar specifiek op de beëindiging van de verboden mishandeling of verwaarlozing en daarmee veeleer gericht op de bescherming van het dier.

De mishandelde en verwaarloosde dieren zouden daarom veel meer gebaat zijn bij bestuursrechtelijke handhaving. De dierenpolitie is daar echter bij mijn weten niet toe bevoegd. Wil de straks 500 sterk tellende dierenpolitiemacht zelfstandig een dier in nood redden, dan zal zij het dier toch met gebruikmaking van artikel 94 Strafvordering in beslag moeten nemen. Ik ben benieuwd hoe dat in de praktijk zal gaan uitpakken…


Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.

Dierenpolitie in actie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief