icon

Evidente privaatrechtelijke belemmering in een bestemmingsplan

Onder omstandigheden kan een evidente privaatrechtelijke belemmering een rol spelen bij het toetsen van een bestemmingsplan of van een omgevingsvergunning. Eerder schreef mijn kantoorgenote Anna Tsheichvili al over evidente privaatrechtelijke belemmeringen bij een burenconflict, met name wanneer een privaatrechtelijke belemmering in de weg kan staan aan verlening van een omgevingsvergunning.

Vergunningvrij bouwen volgens een bestemmingsplan – privaatrechtelijke belemmering?

In een uitspraak van 30 juni 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1373) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) zich uitgesproken over de beoordeling van evidente privaatrechtelijke belemmeringen in het kader van het opnemen van de mogelijkheid tot het bouwen van vergunningsvrije bouwwerken in een bestemmingsplan.

Appellanten hadden in deze zaak aangevoerd dat zich als gevolg van het bestemmingsplan een evidente privaatrechtelijke belemmering voor zal kunnen doen, omdat het bestemmingsplan bijgebouwen met deuren en raamopeningen mogelijk maakt binnen 2 meter van de erfgrens, die rechtstreeks zicht bieden op hun erf. Het plan zou daarmee in strijd zijn met artikel 5:50 BW. Op grond van dit artikel is het niet toegestaan binnen 2 meter van de grenslijn van een ander erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of iets vergelijkbaars, te hebben, voor zover dit op het naastgelegen erg uitzicht geven, tenzij de eigenaar van het naburige erf hiermee heeft ingestemd.

De Afdeling herhaalt in eerste instantie de standaard overweging met betrekking tot een evidente privaatrechtelijke belemmering:

“De Afdeling stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 14 juli 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN1099), voor het oordeel van de bestuursrechter dat een privaatrechtelijke belemmering aan de vaststelling en de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan in de weg staat, slechts aanleiding is indien deze een evident karakter heeft. De burgerlijke rechter is immers de eerst aangewezene om de vraag te beantwoorden of een privaatrechtelijke belemmering in de weg staat aan de uitvoering van een activiteit.

Op grond van de planregels van het bestemmingsplan dat in de uitspraak centraal stond, mogen bijgebouwen, waaronder ook aan- en uitbouwen en overkappingen, ook buiten het bouwvlak worden opgericht. Om die reden is volgens de Afdeling niet uitgesloten dat onder de werking van het plan binnen 2 meter van de erfgrens een muuropening wordt gerealiseerd die uitzicht geeft op het erf.

De Afdeling concludeert daarom dat het op de weg van de raad had gelegen hiernaar nader onderzoek te doen. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is in dat opzicht in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht niet zorgvuldig tot stand gekomen, aldus de Afdeling.

Evident karakter?

Men kan vraagtekens zetten bij dit oordeel. Immers is het criterium dat de privaatrechtelijke belemmering evident is. In het bestemmingsplan dat in de genoemde uitspraak centraal stond, gaat het om een mogelijke toekomstige ontwikkeling van bijbehorende bouwwerken, waarvan men nog niet weet hoe die bijbehorende bouwwerken eruit gaan zien. Het is dus nog niet gezegd dat er daadwerkelijk muuropeningen aan de kant van de erfgrens zullen worden gerealiseerd die uitzicht zullen geven op het naastgelegen erf. Van een evidente privaatrechtelijke belemmering is mijn inziens daarom geen sprake. Bovendien, als dat in de toekomst wel het geval blijkt te zijn, kan de burgerlijke rechter daar een oordeel over geven.


Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Evidente privaatrechtelijke belemmering in een bestemmingsplan

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief