icon

Internetconsultatie: verkorting van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen in handelsrelatie grote ondernemingen met mkb-ondernemingen.

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft tussen 1 oktober en 12 november 2020 het wetsvoorstel “Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen” voor internetconsultatie opengesteld. In deze periode kunnen geïnteresseerden reageren op het wetsvoorstel.

De wettelijke hoofdregel is dat facturen binnen 30 dagen betaald moeten worden. Deze hoofdregel is als regelend recht opgenomen in artikel 6:119a lid 2 BW. Van deze hoofdregel kan afgeweken worden. In lid 5 is om te beginnen opgenomen dat partijen een uiterste betaling kunnen overeenkomen van ten hoogste 60 dagen, tenzij zij uitdrukkelijk een langere termijn van betaling in de overeenkomst opnemen en deze termijn niet kennelijk onbillijk is jegens de schuldeiser. Voorts kunnen partijen op grond van lid 6 geen uiterste dag van betaling overeenkomen van meer dan 60 dagen indien de schuldenaar een grote onderneming is en de schuldeiser een mkb-onderneming. Voor de afbakening van de term ‘grote onderneming’ is aangesloten bij criteria uit het jaarrekeningenrecht. Deze bepalingen zijn tot stand gekomen na implementatie van Richtlijn 2011/7/EU betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.

Het Ministerie constateert dat in de praktijk vaak langere betaaltermijnen worden gehanteerd dan 30 dagen, waardoor een betaaltermijn van 30 dagen eerder uitzondering dan regel is. Dat vindt het Ministerie ongewenst: een betaaltermijn van langer dan 30 dagen zet met name de liquiditeit van mkb-ondernemingen onder druk. Wanneer mkb-ondernemingen met grote ondernemingen zaken doen, bevinden ze zich vaak in een kwetsbare, want afhankelijke positie, waardoor ze vaak een betaaltermijn van langer dan 30 dagen accepteren. De economische situatie als gevolg van het coronavirus heeft deze afhankelijke positie meer zichtbaar gemaakt. Een aantal grote ondernemingen paste tijdens de coronacrisis eenzijdig de afgesproken betaaltermijn aan. Veel mkb-ondernemingen kwamen daardoor in financiële problemen terecht.

Met het wetsvoorstel wordt de maximale toelaatbare betaaltermijn in artikel 6:119a lid 6 BW gewijzigd van 60 naar 30 dagen. Wanneer grote ondernemingen als schuldenaar in hun handelsrelatie met mkb-ondernemingen als schuldeiser een betaaltermijn afspreken die langer is dan 30 dagen, is die afgesproken betaaltermijn nietig en wordt de betaaltermijn van rechtswege omgezet naar 30 dagen. Als grote ondernemingen na 30 dagen een ingediende factuur betalen, zijn zij van rechtswege de wettelijke handelsrente verschuldigd over de termijn die de 30 dagen overschrijdt. Op grond van het geldende artikel 3:307 lid 1 BW is de verplichting voor een afnemer om wettelijke rente te vergoeden afdwingbaar gedurende vijf jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden. Op deze wijze worden leveranciers (mkb-ondernemingen) die een afhankelijke relatie hebben met een afnemer (grote onderneming) in staat gesteld om tot vijf jaar terug wettelijke rente te vorderen nadat de overeenkomst is beëindigd.

Het Ministerie verwacht dat als gevolg van het wetsvoorstel grote ondernemingen hun werkkapitaal minder kunnen financieren via de leveranciers. Grote ondernemingen zullen daar een alternatief voor moeten vinden, bijvoorbeeld door het werkkapitaal door middel van bankleningen te financieren. Mkb-ondernemingen worden door de betaaltermijn op maximaal 30 dagen te stellen daarentegen in staat gesteld hun cashflow te verbeteren waardoor er minder gevaar ontstaat voor liquiditeitsproblemen.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Internetconsultatie: verkorting van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen in handelsrelatie grote ondernemingen met mkb-ondernemingen.

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief