icon

Bezwaar indienen per e-mail

Digitalisering is aan de orde van de dag. Zo ook wat betreft de communicatie met de overheid, althans, dat is wel het streven.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn verschillende bepalingen opgenomen over elektronische communicatie met de overheid. Zo volgt uit artikel 2:15 Awb dat een bericht elektronisch naar een bestuursorgaan kan worden verzonden voor zover het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat deze weg is geopend. Ook volgt uit de bepaling dat het bestuursorgaan nadere eisen stellen kan aan het gebruik van de elektronische weg. In de praktijk komt het dan ook voor dat onderaan een besluit bij de rechtsmiddelenclause is opgenomen dat ook eventueel per e-mail bezwaar kan worden gemaakt, met een daartoe bestemd e-mailadres. De elektronische weg is op deze wijze opengesteld voor de bezwaarmaker, dus er wordt voldaan aan de eisen van artikel 2:15 Awb. Maar wat als geen sprake is van een dergelijke expliciete of impliciete openstelling? De indiening van een bezwaarschrift volgt namelijk formeel schriftelijk, dat wil zeggen: op papier. Dit volgt uit de artikelen 6:4 en 6:5 Awb. Uit artikel 6:6 Awb volgt dat bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet is voldaan aan artikel 6:5 Awb of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar. In sub b van dit artikel is zelfs specifiek bepaald dat niet-ontvankelijkheid kan volgen als het bezwaarschrift geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15 Awb, oftewel de hiervoor benoemde bepaling over de elektronische communicatie met het bestuursorgaan. Een niet-ontvankelijkheidsverklaring kan wel alleen volgen in het geval dat de bezwaarmaker de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een aan hem daartoe gestelde termijn.

Het is vaste rechtspraak dat wanneer bezwaar wordt gemaakt per e-mail, terwijl de elektronische weg niet was opengesteld, de bezwaarmaker pas niet-ontvankelijk kan worden verklaard als deze de gelegenheid heeft gekregen dit verzuim te herstellen. Onlangs is dit nogmaals door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bij uitspraak bevestigd. Het volgende speelde zich af in deze zaak. Appellant had wegens technische problemen met de fax zijn bezwaar ingediend per e-mail op de uiterste dag van de bezwaartermijn, dit terwijl het bestuursorgaan niet kenbaar had gemaakt dat de elektronische weg is opengesteld voor bezwaar. Twee dagen na het aflopen van de bezwaartermijn diende appellant alsnog zijn bezwaar schriftelijk in (per post).

De ABRvS stelde vast dat de elektronische weg in dit geval niet was opengesteld. De appellant was dus met het indienen langs de elektronische weg in verzuim omdat niet werd voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Het bestuursorgaan had de appellant in dit geval de gelegenheid moeten bieden het schriftelijkheidsverzuim te herstellen, dit volgt uit artikel 6:6 Awb. Uit de wetsgeschiedenis bij dit artikel volgt dat dit ook de bedoeling is geweest van de wetgever. Deze mogelijkheid tot verzuimherstel geldt overigens alleen als het bezwaar langs elektronische weg binnen de bezwaartermijn is ingediend!

Omdat de appellant uit eigen beweging twee dagen na de bezwaartermijn zijn bezwaar per post heeft laten bezorgen bij het bestuursorgaan, verklaarde de ABRvS appellant ontvankelijk. Formeel had het bestuursorgaan appellant een redelijke termijn moeten geven om het verzuim te herstellen ex artikel 6:6 Awb, dat was in dit geval niet aan de orde omdat appellant dus zo snel uit eigen beweging zijn bezwaar schriftelijk had ingediend.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Bezwaar indienen per e-mail

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief