icon

Aanvulling op de ontwerp Nationale Omgevingsvisie

Eerder schreven wij dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 1 januari 2022. De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) komt voort uit de Omgevingswet. Zoals wij eerder blogden worden in de NOVI kort gezegd de nationale belangen uiteen gezet die gewaarborgd moeten worden in het beleid voor de fysieke leefomgeving. De NOVI dient als uitgangspunt bij het vaststellen van omgevingsvisies door provincies, gemeenten en waterschappen. Naar aanleiding van een Kamerdebat, vele ingediende zienswijzen en de adviezen van onder meer de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur is de ontwerp-NOVI aangescherpt, zo blijkt uit een kamerbrief van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Deze brief is een toevoeging op de inhoud van de ontwerp-NOVI alsmede op de belangen, prioriteiten en keuzes die daarin zijn gemaakt. In de kamerbrief wordt een aantal onderwerpen uitgelicht waarop aanvullende richtinggevende keuzes nodig zijn. Deze keuzes worden uiteindelijk verwerkt in de definitieve NOVI, die de volledige breedte van het leefomgevingsbeleid zal beslaan. Hieronder worden twee van deze nieuwe richtinggevende keuzes weergegeven.

Bouwen aan Stedelijk Netwerk Nederland

De prognose is een grote bevolkingsgroei. Gevolgen hiervan zijn een toename van de vraag naar woningen, toename van de druk op het OV-systeem en toename van de werkgelegenheid. Het is dan ook noodzaak om een breed stedelijk netwerk te ontwikkelen, inclusief goede verbindingen hiertussen. Hierbij is de volgende verstedelijkingsstrategie bedacht. Er dienen ten eerste meer woningen in de binnenstad te worden gebouwd, gekoppeld aan goede ontsluiting en een goede leefomgevingskwaliteit. Tegelijkertijd moeten er ten tweede ook locaties worden aangewezen aan de randen van de centrumstad gekoppeld aan bestaande of nieuw te realiseren (OV-)infrastructuur. Daarbij dient menging van functies te worden verkend, zoals bijvoorbeeld groen wonen. Ten derde is het zaak in beeld te brengen welke plekken binnen of direct grenzend aan het bestaande bebouwde gebied binnen de stedelijke agglomeratie ruimte bieden voor woningbouw. Ook hierbij is de koppeling aan goede (OV-)bereikbaarheid een vereiste en dienen de nieuwe locaties goed te worden afgewogen tegen andere belangen ter plaatse. Naast het realiseren van nieuwe woningen ziet de bouwopgave op de kwalitatieve herstructurering van de bestaande voorraad waar dat nodig is. Deze verstedelijkingsstrategie heeft belangrijke relaties met het mobiliteitssysteem. Er is dan ook een schaalsprong in de (OV-)infrastructuur noodzakelijk.

Daarnaast wordt er gekeken naar de ontwikkeling van Nederland als geheel, waarin alle regio’s en functies ertoe doen. Het kabinet wil overal het ontwikkelpotentieel benutten, waarbij elke regio daarin om een specifieke strategie vraagt. Ook hierbij komt de bereikbaarheid aan bod, het Rijk zet voor de dunner bevolkte gebieden in op innovatieve, vraaggerichte, flexibele mobiliteitsdiensten, deelconcepten als deelauto’s, deelfietsen, taxidiensten en het combineren van doelgroepenvervoer met het OV.

Nationale strategie voor landelijk gebied

In delen van het landelijk gebied staan leefbaarheid en milieukwaliteit onder druk en is een belangrijke vraag hoe welvaart behouden blijft. Dit vraagt een brede, integrale benadering vanuit alle overheden, waarop de stikstof- en klimaataanpak een belangrijke stempel zal drukken. Om de natuurdoelen te halen is het noodzakelijk om ook voor de lange termijn beleid te formuleren waarbij het kabinet de mogelijkheden onderzoekt voor het creëren van robuuste natuurnetwerken en verbindingen en het realiseren van bufferzones rond kwetsbare natuurgebieden. Het kader hiervoor wordt neergelegd in het Nationale programma voor het landelijke gebied, waarbij de nauwe samenspraak met decentrale overheden en de betrokken partijen ook wordt geschetst.

Vervolgstappen

In de NOVI maakt het Rijk nationale keuzes en geeft een richtinggevend kader voor het maken van decentrale keuzes. Op basis hiervan worden verdere regionale keuzes gemaakt in de Omgevingsagenda’s. In het najaar van 2021 moeten de Omgevingsagenda’s voor heel Nederland gereed zijn. In de kamerbrief heeft het kabinet de ontwerp-NOVI zoals geschetst op meerdere punten aangevuld. Het kabinet streeft ernaar de NOVI in het najaar van 2020 definitief vast te stellen, zodat de NOVI vooruitlopend op de Omgevingswet reeds in werking kan treden. Ten tijde van het uitbrengen van deze kamerbrief was nog niet duidelijk dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 januari 2022. Het is dan ook denkbaar dat de inwerkingtreding van de NOVI ook zal worden uitgesteld.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Aanvulling op de ontwerp Nationale Omgevingsvisie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief