icon

Heeft u een tijdelijke huurovereenkomst (af)gesloten die eindigt tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020?

Eerder schreven wij al over het voorstel spoedwet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten woonruimte tijdens de Coronacrisis (hierna: de Spoedwet). Mocht u nog niet op de hoogte zijn van de strekking van de Spoedwet dan adviseren wij u deze blog eerst te lezen.

De Spoedwet is per 25 april 2020 in werking getreden na publicatie in het Staatsblad van 24 april 2020. De inwerkingtreding van de Spoedwet heeft voor verhuurders het gevolg dat zij huurders – waarvan de tijdelijke huurovereenkomst eindigt tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020 – tegelijk met de aanzegging van de einddatum van de huurovereenkomst, dienen te informeren over de mogelijkheden om de huurovereenkomst te verlengen op grond van de Spoedwet.

Een huurder die verlenging wenst moet, nadat de huurder is geïnformeerd door de verhuurder over de mogelijkheden van de Spoedwet, binnen een week een schriftelijk verzoek doen aan verhuurder tot verlenging van de tijdelijke huurovereenkomst met één, twee of drie maanden (maar niet later dan 1 september 2020). Indien de huurder niet tegelijk met de aanzegging van de einddatum is geïnformeerd over de mogelijkheden om de huurovereenkomst te verlengen op grond van de Spoedwet, dan schuift de termijn waarbinnen de huurder richting verhuurder kenbaar moet maken dat hij de huurovereenkomst wenst te verlengen op. Met andere woorden, de huurder mag het verzoek later dan een week na de aanzegging indienen, indien de verhuurder hem niet had gewezen op de mogelijkheden van de voorgestelde tijdelijke wet.

Indien een verhuurder een verzoek van de huurder tot verlenging van de huurovereenkomst wil afwijzen, dan dient de verhuurder dit binnen één week schriftelijk te laten weten aan de huurder onder vermelding van (de wettelijke) reden(en) waarom de verhuurder de verlening weigert. De huurder moet binnen deze week de weigering hebben ontvangen. Indien de verhuurder dit nalaat dan zal de huurovereenkomst van rechtswege worden verlengd conform het voorstel van de huurder.

Indien de verhuurder de verlenging van de huurovereenkomst weigert op grond van één van de wettelijke gronden, dan moet de huurder een verzoekschrift indienen bij de kantonrechter wil hij toch een verlenging van de huurovereenkomst bewerkstelligen. Opmerkelijk is, is dat voor het indienen van een dergelijk verzoekschrift geen termijn is genoemd in de Spoedwet. Indien de verhuurder op een andere grond die niet is genoemd in de wet de voorgestelde verlenging weigert, dan moet de verhuurder een verzoekschrift indienen bij de kanontrechter. Ook hiervoor bevat de Spoedwet geen termijn.

Kortom de nieuwe Spoedwet bevat veel nieuwe én erg korte termijnen. Verhuurders en huurders dienen dus goed op te letten. Eind mei zal worden besloten of de Spoedwet vervalt met ingang van 1 september 2020 of dat deze zal worden verlengd (tot uiterlijk 1 december 2020). In het geval van verlenging zal de Spoedwet ook gaan gelden voor huurovereenkomsten die eindigen in de periode vanaf 1 juli 2020 tot 1 oktober 2020.


Roos de Grave is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Heeft u een tijdelijke huurovereenkomst (af)gesloten die eindigt tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief