icon

De WAB uitgelegd (6) – de transitievergoeding

Onder het huidige recht is op grond van art. 7:673 BW een transitievergoeding verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en op initiatief van werkgever is opgezegd, ontbonden of een bepaalde tijd contract niet is voortgezet. Met de invoering van de WAB vervalt de termijn van 24 maanden; vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst is een transitievergoeding verschuldigd. Wel blijft vereist dat het initiatief tot beëindiging vanuit de werkgever is gekomen.

In deze gevallen is de transitievergoeding niet verschuldigd:

  • Beëindiging van het contract met wederzijds goedvinden.
  • De werknemer is ontslagen, omdat hij ernstig verwijtbaar handelde of ernstig verwijtbaar nalatig was, tenzij de kantonrechter anders beslist.
  • De werknemer is nog geen 18 jaar en werkte gemiddeld ten hoogste 12 uur per week.
  • De arbeidsovereenkomst is opgezegd of ontbonden vanwege of na het bereiken van de AOW- gerechtigde of andere pensioengerechtigde leeftijd.
  • De werkgever is failliet.

Hoogte transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding wordt vanaf 1 januari 2020 verlaagd en berekend over de volledige duur van de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft recht op 1/3 bruto maandloon per volledig gewerkt kalanderjaar. De resterende periode, of bij arbeidsovereenkomsten die minder dan een jaar duren, wordt naar rato berekend door de volgende formule: (bruto salaris/bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris/ 12).

De overgangsregeling voor oudere werknemers verdwijnt. Tot 2020 krijgen werknemers van 50 jaar of ouder een (aanzienlijk) hogere transitievergoeding dan jongere werknemers.

Evenals de overbruggingsregeling voor kleine MKB’ers. De nieuwe transitievergoeding geldt voor iedereen, ongeacht hoeveel werknemers een werkgever in dienst heeft.

Afwijkingen

Vanaf 2020 kan bij cao (ten nadele van de werknemer) worden afgeweken van de transitievergoeding in geval van ontslag om bedrijfseconomische redenen. Op dit moment kan alleen bij cao worden afgeweken indien een gelijkwaardige voorziening is opgenomen bij cao. De cao moet straks wel voorzien in een redelijke financiële vergoeding, een voorziening die bijdraagt aan het beperken van werkloosheid of een combinatie daarvan.

Daarnaast mogen meer kosten in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. De kosten kunnen bestaan uit transitiekosten, kosten die gemaakt zijn in verband met (dreigend) ontslag en inzetbaarheidskosten en kosten die al eerder tijdens het dienstverband gemaakt zijn om de inzetbaarheid van de werknemer buiten de organisatie van de werkgever te bevorderen. De voorwaarden om kosten in mindering te mogen brengen op de transitievergoeding blijven onveranderd, zoals de vereiste schriftelijke instemming van werknemer.

In geval van financiële nood kan een werkgever een verzoek indienen de transitievergoeding in termijnen te betalen.

Ten slotte kan een opvolgend werkgever de door de voorgaande werkgever betaalde transitievergoeding (over het voorafgaande dienstverband) aftrekken van de transitievergoeding die hij verschuldigd is.

Compensatieregeling

Werkgever kan per april 2020 onder voorwaarden de transitievergoeding gecompenseerd krijgen door het UWV wanneer de arbeidsovereenkomst is beëindigd na twee jaar ziekte. Dat geldt ook voor vergoedingen die in het verleden zijn betaald vanaf 1 juli 2015.

Zoals uitgebreid in de media aan de orde is geweest, meent de Hoge Raad dat een werkgever de transitievergoeding ook verschuldigd is als de langdurig zieke werknemer met een slapend dienstverband een voorstel doet aan werkgever tot beëindiging van dat slapende dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding. De Hoge Raad acht de “goed werkgever” verplicht daar aan mee te werken en daarmee de verschuldigde transitievergoeding voor te financieren tot hij deze in april 2020 van het UWV kan terugvragen.

Neem contact met ons op (voor zo nodig schade beperkende tips) indien uw langdurig zieke werknemer een dergelijk verzoek doet of vraagt naar de gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad.

Overgangsrecht

De huidige (hogere) transitievergoeding blijft van toepassing op alle vormen van beëindiging op initiatief van werkgever, die voor 1 januari 2020 in gang zijn gezet. Denk daarbij aan het indienen van een ontbindingsverzoek of vragen van toestemming aan het UWV om te mogen opzeggen.

Dit is een artikel uit de reeks artikelen waarin wij u op de hoogte brengen van de voor u relevante veranderingen in het arbeidsrecht door de invoering van de WAB: de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Mocht u in de tussentijd vragen hebben, Wieringa Advocaten informeert u ook graag persoonlijk over de gevolgen van deze veranderingen voor uw organisatie.

Wij hebben bij Wieringa Advocaten voortdurend één studentstagiaire in dienst: een rechtenstudent die bij ons kennismaakt met de advocatuur. Guido Brandt volgde die studentstage. Ten behoeve van onze weblog schreef hij samen met Maartje Oliemans bovenstaande bijdrage.


Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De WAB uitgelegd (6) – de transitievergoeding

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief