icon

Crisis voor de bouwsector: PFAS

De stikstofcrisis is nog niet voorbij of er staat alweer een nieuwe crisis voor de deur. Ditmaal is de oorzaak de stofgroep PFAS. Stoffen uit deze groep worden op verschillende plekken in het land aangetroffen in de (water)bodem. Zij vormen een risico voor mensen en voor het milieu.

Tot op heden ontbraken concrete toepassingsnormen. Staatssecretaris van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat presenteerde op 8 juli daarom een tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie. Hierin staat onder meer dat een kilo droge stof maximaal 0,1 microgram PFAS mag bevatten. Dit komt neer op een detectiegrens: het is de laagste waarde die nog kan worden opgespoord. De facto betekent dit dat veel projecten waarvoor grond verzet moet worden, stil komen te liggen.

Wettelijk kader

Het is de bedoeling dat de normen uit het handelingskader uiteindelijk juridisch verankerd worden in de Regeling bodemkwaliteit. Tot die tijd vindt de zorgplicht toepassing die ten grondslag ligt aan de Wet bodembescherming, Besluit bodemkwaliteit en Waterwet. De zorgplicht van bijv. de Wet bodembescherming staat in artikel 13. Hierin staat dat een ieder die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de bodem door de handeling wordt verontreinigd of aangetast, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd. Daarnaast is het handelingskader een uitwerking van het voorzorgsbeginsel. Dit houdt kortgezegd in dat zo lang de gevolgen van een stof voor mens en milieu nog niet bekend zijn, geen onomkeerbare risico’s mogen worden genomen.

In de praktijk blijkt dit kader grote gevolgen te hebben. In veel bouwprojecten kan niet door worden gebouwd, omdat veel grond in Nederland meer dan de eerder genoemde 0.1 microgram PFAS bevat.

Is er een oplossing?

Het Kabinet maakt bekend zo snel mogelijk op zoek te zijn naar oplossingen om zowel de gezondheid en omgeving te beschermen als ook om er voor te zorgen dat projecten zo snel mogelijk door kunnen gaan. Het Kabinet heeft aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd om op basis van recente metingen een tijdelijke landelijke achtergrondwaarde voor PFAS in de bodem op te stellen. Dit wordt gedaan zodat de 0.1 microgram grens uit het tijdelijke handelingskader verruimd kan worden tot deze landelijke achtergrondwaarde. Van Veldhoven wil dat dit uiterlijk 1 december in werking treedt. De bouwsector neemt hier geen genoegen mee: op 30 oktober is er daarom geprotesteerd op het Malieveld in Den Haag. Zij zeggen niet zo lang te kunnen wachten en menen dat het tot die tijd hanteren van de detectiegrens te streng is.

Daarna moet het wettelijk kader een definitief karakter krijgen en moeten de waarden verankerd worden in de Regeling bodemkwaliteit. Hier is meer tijd voor nodig. Volgens Staatssecretaris van Veldhoven moet nog op wetenschappelijk onderzoek worden gewacht dat pas in de zomer 2020 af is (naar verwachting).

Slot

Voor nu moet de bouwsector het doen met het handelingskader waarin voor PFAS de detectiegrens wordt gehandhaafd. Of de PFAS-norm verruimd wordt en in hoeverre de PFAS-norm verruimd wordt zal uiterlijk 1 december bekend zijn. De definitieve norm zal langer op zich laten wachten, omdat er nog verschillende wetenschappelijke onderzoeken afgewacht moeten worden.


Marcel Beekman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Crisis voor de bouwsector: PFAS

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief