icon

Wanneer begint de twintigjarige verjaringstermijn te lopen?

In de praktijk ontstaan regelmatig discussies of een vordering is verjaard of niet. Eén van de discussiepunten is wanneer de verjaringstermijn van een vordering tot schadevergoeding begint te lopen. In een arrest van 22 maart 2019 heeft de Hoge Raad daarvoor een nieuwe rechtsregel geïntroduceerd.

Casus

In Zandvoort is tussen de VvE van een parkeergarage en de VvE van een naastgelegen flatgebouw een geschil ontstaan over de kosten van de sloop en het herstel van een scheefgezakte afscheidingsmuur. Deze aanvankelijk vier meter hoge muur grenst aan de ene zijde aan een in 1966 gebouwde buitentrap die toegang geeft tot een parkeerdek van de parkeergarage en aan de andere zijde aan een in 1974 aangelegde oprit naar de parkeerplaatsen behorend bij het flatgebouw. In 2015 wordt door een deskundige vastgesteld dat deze oprit is gebouwd zonder grondkerende constructie (zoals een keerwand van staal of beton) om het hoogteverschil in grondoppervlak te compenseren. Over een periode van veertig jaar is de muur daardoor niet bestand gebleken tegen de gronddruk en de rijbelasting van de voertuigen die over de oprit reden, met de scheefstand van de muur en een gevaarlijke situatie als gevolg.

Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal

De VvE van de parkeergarage heeft daarom een verklaring voor recht gevorderd dat de VvE van het flatgebouw als opstalbezitter aansprakelijk zou zijn voor de vergoeding van de sloop- en herstelkosten. Op grond van artikel 6:174 lid 1 BW is een persoon die een gebrekkige opstal bezit – i.e. een duurzaam met de grond verenigde gebouw of werk, dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert – in beginsel namelijk aansprakelijk wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt.

Beroep op verjaring

De VvE van het flatgebouw heeft zich hiertegen verdedigd met een beroep op verjaring, stellende dat het gebrek waardoor de muur scheef is komen te staan al sinds 1974 bestond. Omdat een rechtsvordering tot schadevergoeding ex artikel 3:310 lid 1 BW in ieder geval twintig jaar na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt verjaart, zou de vordering van de VvE van de parkeergarage reeds zijn tenietgegaan.

Arrest Hoge Raad

De te beantwoorden vraag is op welk moment de gebeurtenis heeft plaatsgevonden waardoor de schade is veroorzaakt. De Hoge Raad overweegt dat de schadeveroorzakende gebeurtenis in onderhavig geval niet tot één moment kan worden herleid, omdat de muur door de jarenlang voortdurende druk scheef is komen te staan. Om onzekerheid over het aanvangstijdstip daarvan te voorkomen, introduceert de Hoge Raad de nieuwe rechtsregel dat, in gevallen waarin de schadeveroorzakende gebeurtenis niet tot één moment kan worden herleid, de twintigjarige verjaringstermijn (net zoals bij milieuschade) begint te lopen zodra de schadeveroorzakende gebeurtenis is opgehouden te bestaan. Dat is opvallend want tot aan het wijzen van onderhavig arrest heeft de Hoge Raad uitdrukkelijk overwogen dat, zelfs in het schrijnende geval dat een vordering tot schadevergoeding wegens kindermishandeling gedurende een deels binnen, deels buiten de verjaringstermijn vallende periode wordt ingesteld, deze regel (dat de twintigjarige verjaringstermijn begint te lopen zodra de schadeveroorzakende gebeurtenis is opgehouden te bestaan) louter mag worden toegepast bij milieuschade, conform artikel 3:310 lid 3 BW.

Heeft u vragen over de verjaring van een vordering? Neem gerust contact met ons op.

Joram Verstoep schreef bij dit arrest een annotatie die is gepubliceerd in het tijdschrift Jurisprudentie Aansprakelijkheid, aflevering 5, 2019 (JA 2019/64).

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wanneer begint de twintigjarige verjaringstermijn te lopen?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief