icon

Exceptieve toetsing van een coördinatiebesluit

Op grond van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kunnen besluiten gecoördineerd worden voorbereid. Tegen het besluit om deze coördinatieregeling toe te passen staat geen zelfstandig beroep open. Middels exceptieve toetsing kan over dit besluit toch een oordeel van de bestuursrechter worden verkregen.

Coördinatieregeling

De coördinatieregeling uit artikel 3.30 Wro houdt in dat bij besluitvorming die nodig is voor de verwezenlijking van ruimtelijk beleid, één voorbereidingstraject kan worden gevolgd. De gemeenteraad moet een coördinatiebesluit nemen waaruit volgt op welke specifieke besluiten of categorieën van besluiten de coördinatieregeling van toepassing is. De besluiten worden vervolgens dus gezamenlijk voorbereid volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de ontwerp-besluiten gezamenlijk ter inzage worden gelegd en er ook in één keer op alle gecoördineerde besluiten een zienswijze kan worden ingebracht. Na vaststelling van de besluiten is vervolgens beroep mogelijk bij één instantie: de AbRvS. Die behandelt de besluiten als één besluit en doet binnen zes maanden na ontvangst van het verweerschrift uitspraak. Hierdoor kan aanzienlijke tijdwinst worden behaald.

Exceptieve toetsing

Een coördinatiebesluit – het besluit waarmee de coördinatieregeling van toepassing wordt verklaard – is niet appellabel. Dit houdt in dat tegen dit besluit geen beroep open staat bij de bestuursrechter. Dit volgt uit artikel 8:5 lid 1 juncto artikel 1 van Bijlage 2 bij de Awb. Dit betekent echter niet dat een coördinatiebesluit helemaal niet door de rechter getoetst kan worden. De weg van exceptieve toetsing staat nog wel open.

Voor exceptieve toetsing is vereist dat een beroep bij de bestuursrechter hoofdzakelijk gericht is tegen een besluit waartegen wel zelfstandig beroep openstaat. In dit beroep kunnen dus wel de aan dat besluit onderliggende besluiten (waartegen geen zelfstandig beroep open staat) exceptief worden getoetst. Op deze manier kan over deze niet-appellabele besluiten toch een oordeel van de bestuursrechter worden verkregen.

Exceptieve toetsing kan dus een middel zijn om van de bestuursrechter een oordeel te krijgen over de rechtmatigheid van een niet-appellabel besluit. Exceptieve toetsing kan ertoe leiden dat de rechter een niet door de formele wetgever gegeven voorschrift buiten toepassing moet laten of onverbindend moet verklaren. Het besluit waartegen het beroep was aangewend, moet dan worden vernietigd.

Uitspraak Afdeling

Een voorbeeld van exceptieve toetsing van een coördinatiebesluit is te vinden in een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS). Door een aantal belanghebbenden was beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan en de daarmee gecoördineerd voorbereide omgevingsvergunning. De belanghebbenden stellen dat ten onrechte de coördinatieregeling is toegepast. Gezien het beroep zich in beginsel richt tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning, staat in dit geval de weg van exceptieve toetsing van het onderliggende coördinatiebesluit open.

Zoals gezegd is de coördinatieregeling bedoeld voor besluitvorming die nodig is voor de verwezenlijking van ruimtelijk beleid. Volgens de belanghebbenden in dit beroep voldoet het plan niet aan deze voorwaarde en is de toepassing van de coördinatieregeling daarom in strijd met artikel 3.30 van de Wro. De raad stelt dat voor coördinatie is gekozen om het besluitvormingsproces gestroomlijnder te laten verlopen en niet allerlei procedures naast elkaar te hebben over hetzelfde bouwplan. Verder geeft de raad aan een nieuw ruimtelijk kader voor de betreffende herinrichting te hebben vastgesteld, waarin onder meer het uitgangspunt is geformuleerd dat het bestemmingsplan het bouwplan mogelijk moest maken. De AbRvS toetst het coördinatiebesluit vervolgens exceptief en oordeelt dat onder deze omstandigheden de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake is van de verwezenlijking van een onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk beleid. De AbRvS heeft dus middels exceptieve toetsing toch een inhoudelijk oordeel gegeven over het coördinatiebesluit. Helaas voor de belanghebbenden kon het oordeel in deze zaak echter niet bijdragen aan een gegrond beroep.


Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Exceptieve toetsing van een coördinatiebesluit

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief