icon

Bestuursrechtelijk bewijs: bevindingen van bestuursorganen en het proces-verbaal

Bij verschillende vormen van handhaving (last onder dwangsom, last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete) wordt gebruik gemaakt van bevindingen/waarnemingen van toezichthouders. Deze bevindingen kunnen in een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal zijn verwerkt, dan wel in een inspectierapport of verslag dat niet op ambtseed of ambtsbelofte is opgemaakt.

Een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal

Het is vaste rechtspraak dat een bestuursorgaan in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de bevindingen in een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal (zie bijvoorbeeld ABRvS 30 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2330). Hierom zijn in het bestuursrecht bevindingen van toezichthouders, (politie)ambtenaren of buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) vaak van groot belang voor het nemen van een handhavingsbesluit. Maar als de bevindingen geloofwaardig en gemotiveerd worden betwist, dan is het aan het bestuursorgaan om deze betwisting te ontkrachten. Hierbij zijn de volgende aspecten van belang: de wijze waarop de bevindingen in het proces-verbaal zijn weergegeven en onderbouwd, de aard van de waarneming en de mate waarin deze waarderende elementen bevat.

In de uitspraak van 18 juli 2018 heeft de Afdeling voor de bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) deze lijn iets bijgesteld. De Afdeling overweegt:

“Een bestuursorgaan mag, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid voor het bewijs, in beginsel afgaan op de juistheid van de bevindingen in een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal, voor zover deze eigen waarnemingen van de opsteller van het proces-verbaal weergeven. Indien die bevindingen worden betwist, zal moeten worden vastgesteld of er, gelet op de aard en inhoud van die betwisting, grond bestaat voor zodanige twijfel aan die bevindingen dat deze niet of niet volledig aan de vaststelling van de overtreding ten grondslag kunnen worden gelegd.

In de literatuur wordt gesuggereerd dat deze nieuwe overweging een iets strengere toets voor het bestuursorgaan met zich meebrengt. Immers, het proces-verbaal bevat eigen waarnemingen van de opsteller en het bestuursorgaan draagt uiteindelijk de eigen verantwoordelijkheid voor het bewijs (en de waardering hiervan). Met andere woorden: ook al is er een proces-verbaal opgemaakt door een ambtenaar met zijn eigen bevindingen in deze, is het nog steeds aan het bestuursorgaan om te beoordelen of dit proces-verbaal voldoende is om desbetreffende overtreding te bewijzen.

Een niet op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt inspectierapport/verslag

Voor zover de door toezichthouders opgestelde stukken niet op ambtseed of ambtsbelofte zijn gemaakt, brengt dat echter niet zonder meer met zich dat daaraan geen betekenis toekomt. Onlangs deed de Afdeling hieromtrent een interessante uitspraak.

Een toezichthouder had in deze een e-mail ten grondslag gelegd aan een geconstateerde overtreding, wat resulteerde in het toepassen van een randvoorwaardenkorting. De appellante was het hier niet mee eens: volgens deze was er geen sprake van een overtreding. De Afdeling heeft bepaald dat het bestuursorgaan – ook omdat er sprake was van gemotiveerde betwisting – niet mocht afgaan op de bevindingen in de e-mail. De Afdeling overwoog dit omdat uit de e-mail zelf niet blijkt dat het is opgesteld door ter zake bevoegde toezichthouders, de e-mail geen gedetailleerd beeld geeft van de feitelijke bevindingen en de e-mail niet overeenkomt met het door andere toezichthouders opgestelde proces-verbaal en het door één van deze toezichthouders op ambtseed opgemaakte redenen van wetenschap. Omdat er geen ander bewijs beschikbaar was voor de constatering van deze overtreding, besloot de Afdeling dat het bestuursorgaan niet mocht overgaan tot de randvoorwaardenkorting, en dus niet mocht overgaan tot handhaving.

Uit voorgaande kan worden geconcludeerd dat het kan lonen om bij in een procedure tegen een geconstateerde overtreding kritisch te zijn op het rapport/inspectieverslag dat ten grondslag is gelegd aan de vermeende overtreding (welke al dan niet op ambtseed of ambtsbelofte is opgemaakt!). De Afdeling lijkt een (iets) strengere toets dan voorheen toe te passen.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Bestuursrechtelijk bewijs: bevindingen van bestuursorganen en het proces-verbaal

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief